(1) Spelling: aan elkaar of los?

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Spelling: persoonsvorm in samengestelde zinnen

Spelling: Aan elkaar of los?

Creatief schrijven deadline en oefentoets spelling

Vandaag


Les 2, week 7

Les 3, week 7

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 
  1. Uitleg kleuren van het bord
  2. Hoe zat het ook alweer met....
  3. Spelling: persoonsvorm in samengestelde zinnen
  4. Zelf aan de slag

Slide 4 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Goed of fout gespeld?
Meneer Van der Berg
Goed
Fout
  • Goed

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Goed of fout gespeld?
Ik ga vanmiddag spijbelen' , kondigde Piet aan.
Goed
Fout
  • Fout

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Goed of fout gespeld?
De docent vroeg zich af: hoe krijg ik deze klas rustig?
Goed
Fout
  • Goed

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Goed of fout gespeld?
'Als je nog naar de Mac wilt, 'zei Klaas, 'zou ik maar snel gaan.'
Goed
Fout
  • Goed

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan elkaar of los?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spelling
Lesdoel:
Je weet wanneer je woorden los of aan elkaar moet schrijven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan elkaar of los?
We hebben het over samenstellingen, wie weet wat een samenstelling is?
  • Voetbalveld
  • Politieman

Waarom schrijven we samenstellingen aan elkaar?
  •  Omdat de woorden samen een nieuw woord vormen met een nieuwe  betekenis.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Aan elkaar:
  • Samenstellingen van twee of drie woorden: schoolvakantie.
  • Getallen met honderd en duizend: drieduizend, zeshonderd. 
  • Veel samengestelde werkwoorden: autorijden, koffiedrinken. 
  • Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: stomverbaasd, veeleisend. 
  • Er, hier, daar, waar + voorzetsel: hieraan, waarvoor, daartegenover.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Los: 
  • Getallen met miljoen of miljard: vijf miljoen, zes miljard.
  • Combinatie van twee voorzetsels als daarna een lidwoord of zelfstandig naamwoord komt: ik zit graag achter op de fiets. --> voorzetsels zijn hier dus 'achter' en 'op' 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan elkaar of los?
twaalf duizend
A
aan elkaar
B
los

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Aan elkaar of los?
drie miljard
A
aan elkaar
B
los

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Weektaak spelling: zelf aan de slag
Lezen h6 aan elkaar of los?
- Lees de theorie op blz. 184-186
- Maken opdracht 1 tot en met 3




Extra uitdaging? Maak dan opdracht 4 in plaats van opdracht 3.
timer
15:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions