M3 paragraaf 4 aan elkaar of los

§ 4 aan elkaar of los?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§ 4 aan elkaar of los?

Slide 1 - Slide

DOEL

- Je kunt bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
woorden los of aan elkaar schrijven

Slide 2 - Slide

Aan elkaar
  • Samenstellingen  van twee of meer woorden. racefiets, verrekijker, houtwormkever
  • woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel: hiervoor, eronderdoor, daarboven
  • getallen met honderd en duizend: zeshonderd, vijftienduizend

Slide 3 - Slide

Aan elkaar
  • Veel samengestelde werkwoorden: inhalen, voordoen, windsurfen, buikdansen.
  • Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: opbouwend, sneldrogend, lichtgewond.  

Slide 4 - Slide

Welk woord is juist gespeld?
A
tafelpoot
B
tafel poot

Slide 5 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
zilveren ring
B
zilverenring

Slide 6 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
goedgehumeurd
B
goed gehumeurd

Slide 7 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
lange termijnplanning
B
langetermijnplanning
C
lange termijn planning

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
spoedeisende hulp
B
spoedeisendehulp
C
spoed eisende hulp

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
boeken plank
B
boekenplank

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld
A
acht honderd tien
B
achthonderd tien
C
acht honderdtien
D
achthonderdtien

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
daar mee
B
daarmee

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
er onderdoor
B
er onder door
C
eronder door
D
eronderdoor

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
hoogst noodzakelijk
B
hoogstnoodzakelijk

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
roofvogel
B
roof vogel

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
warme trui
B
warmetrui

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
les geven
B
lesgeven

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
uit nodigen
B
uitnodigen

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
er over in zitten
B
erover inzitten
C
erover in zitten
D
eroverin zitten

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!

Slide 20 - Slide