Vwo 4 Nectar 2.4 extra

Paragraaf 2.4 extra
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 2.4 extra

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.4

Slide 3 - Slide

DNA

Slide 4 - Slide

DNA
BiNaS 71E

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Eiwitsynthese

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

BiNaS 71G

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Uit welke aminozuren bestaat het eiwit dat wordt gemaakt van dit stuk RNA?
(1 letter code, zonder spatie)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide


Geef de 1 letter code van de aminozuren van dit eiwit.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide


Geef de 1 letter code van de aminozuren van dit eiwit.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


Geef de 1 letter code van de aminozuren van dit eiwit.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide


Geef de 1 letter code van de aminozuren van dit eiwit.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide


Geef de 1 letter code van de aminozuren van dit eiwit.

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Sleep het juiste aminozuur naar de juiste codon. Klik op het oog voor de kaart!
AUG
CGG
UAU
AGU
GCC
UGG
CUG
GGU
Met
Arg
Tyr
Ala
Trp
Leu
Cys
Asn
Val
STOP
Gly
Ile
Lys
Phe
Ser
Pro

Slide 37 - Drag question

Welk stuk RNA moet er bij de transcriptie van dit DNA gemaakt worden?
Kies de juiste. 
C
C
A
T
G
C
C
A
U
G
G
G
T
A
C
G
G
U
A
C

Slide 38 - Drag question

DNA
Hoe werkt de eiwitsynthese?
RNA
eiwit
transcriptie
translatie

Slide 39 - Drag question

Sleep het juiste aminozuur naar de juiste codon. Klik op het oog voor de kaart!
AUG
CGG
UAU
AGU
GCC
UGG
CUG
GGU
Met
Arg
Tyr
Ala
Ala
Trp
Leu
Cys
Asn
Val
STOP
Gly
Ile
Lys
Phe
Ser
Pro

Slide 40 - Drag question

-Transcriptie vindt plaat in (1)
-Translatie vindt plaats in (2)
A
(1) cytoplasma (2) ribosomen
B
(1) celkern (2) cytoplasma
C
(1) ribosomen (2) mitochondrium
D
(1) cytoplasma (2) ribosomen

Slide 41 - Quiz

Leerdoelen 2.4

Slide 42 - Slide


  • Lezen paragraaf 2.5 (5 min!)
  • Maken 2.4: opdracht  55, 56, 58, 60-65

Aan het werk

Slide 43 - Slide