This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
-Ik weet wanneer ik der/die/das gebruik.
-Ik weet wanneer ik ein/eine & kein/keine gebruik.
- Ik weet wanneer ik mein/meine & gebruik.