What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
toets blok 7 taal
Hoofdzin?
1 / 18
next
Slide 1:
Mind map
Taal
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdzin?
Slide 1 - Mind map
Bij een hoofdzin staan de persoonsvorm en onderwerp naast elkaar.
A
goed
B
fout
Slide 2 - Quiz
Een bijzin vertelt iets over de hoofzin, een soort uitleg.
A
fout
B
goed
Slide 3 - Quiz
Een samengestelde zin bestaat altijd uit 2 hoofdzinnen.
A
fout
B
goed
Slide 4 - Quiz
Hij denkt dat hij slaagt. Hoofd- of bijzin?
A
hoofdzin en hoofdzin
B
bijzin en hoofdzin
C
hoofdzin en bijzin
D
bijzin en bijzin
Slide 5 - Quiz
Ik lees een boek en ik luister naar muziek.
A
bijzin en hoofdzin
B
hoofdzin en bijzin
C
bijzin en bijzin
D
hoofdzin en hoofdzin
Slide 6 - Quiz
Welke zin is in de voltooide tijd?
A
Ik ga naar school.
B
Ik had veel gegeten.
C
Het jongentje is ziek.
D
Morgen gaat het regenen.
Slide 7 - Quiz
Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Het meisje was over de steen gestruikeld.
B
Mijn oom kwam gisteren.
C
Ik was heel beroerd.
D
Hij had pijn in zijn been.
Slide 8 - Quiz
Welke zin staat in de onvoltooide tijd.
A
De mevrouw koopt een cadeau in de winkel.
B
Pien is erg geschrokken.
C
Marieke heeft zwemles gehad.
D
Meester Jaap was ziek.
Slide 9 - Quiz
Welke hulpwerkwoorden komen altijd in een voltooide zin voor?
A
worden en gaan
B
hebben en zijn
C
komen en worden
D
zijn en blijven
Slide 10 - Quiz
Bedrijvende vorm?
A
We maken een toets van taal.
B
De taaltoets wordt door ons gemaakt.
C
Het gebak wordt door het meisje opgegeten.
D
Gisteren werd het gras gemaaid door de tuinman.
Slide 11 - Quiz
lijdende vorm?
A
Het huiswerk werd door jullie gemaakt.
B
Wij oefenen nu met de toets van taal.
C
De kinderen werken aan hun weektaak.
D
Juf geeft ons les over de lijdende vorm.
Slide 12 - Quiz
Welk werkwoord komt vaak in een lijdende zin?
A
hebben en zijn
B
worden en zijn
C
heten en zijn
D
hebben en geven
Slide 13 - Quiz
furieus
A
Heel erg verbaasd.
B
Heel erg stil.
C
Heel erg vermoeiend.
D
Heel erg kwaad.
Slide 14 - Quiz
Het stilleven
A
Een dood dier.
B
Iemand die doof is.
C
Een schilderij van voorwerpen die niet kunnen bewegen.
D
Iemand die niet kan praten.
Slide 15 - Quiz
realistisch
A
Iets dat bedacht is, niet echt.
B
Iets dat lijkt op de werkelijkheid.
C
Iets dat heel spannend is.
D
Iets dat heel mooi is.
Slide 16 - Quiz
iets met argusogen bekijken
A
Hele grote ogen opzetten.
B
Een zonnebril op hebben.
C
Goed opletten omdat je het niet vertrouwt.
D
Het met toegeknepen ogen bekijken.
Slide 17 - Quiz
mythe
A
Een verhaal over goden en halfgoden.
B
Een mooi spel.
C
Een waargebeurd verhaal bij de Grieken.
D
Een voorwerp uit de oudheid.
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
toets blok 7 taal
June 2023
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 34 - Voltooide tijden in een tekst correct schrijven
May 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Samengestelde zinnen: nevenschikking en onderschikking
March 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 8 VO3 Yannick Peters
October 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
bijvoeglijke bijzin
February 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Secondary Education
De bijvoeglijke bijzin
December 2021
- Lesson with
16 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Les 3: Hoofzin en bijzin
January 2023
- Lesson with
13 slides
Taal
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4