This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Possessive - bezit
Theme 5
Slide 1 - Slide
Bezit
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Possessive
De bezitsvorm in het Engels
Slide 4 - Slide
Bezit aangeven
Je kunt het bezit op drie manieren aangeven: 's (apostrof +s) ' (alleen een apostrof) ... of... (tussen woorden in)
Slide 5 - Slide
Bezit: ‘s
Je gebruikt bijna altijd ‘s : Kate’s books Mother’s bike The children’s bikes
Slide 6 - Slide
Bezit: ‘
Maar, als een woord (meervoud) al eindigt op een –s. Gebruik je alleen een apostrof ‘ : The students’ books My parents’ house Those girls’ friends
Slide 7 - Slide
Bezit: ‘s / '
Als je een naam van een persoon, winkel, product bedoeld Of uitdrukkingen die tijd aanduiden kun je allebei gebruiken: Charles’ / Charles’s wife McDonald’s / McDonalds’ Yesterday’s / Yesterdays’ news
Slide 8 - Slide
Wanneer je aan wilt geven dat iets ergens bij hoort, gebruik je …of… (Voor dingen, plaatsen en landen)
: Begin of the song The capital of England The roof of the school
Slide 9 - Slide
Choose the correct form of possessive: The _________ is upstairs.
A
childrens' room
B
children's room
C
room of children
D
room's of children
Slide 10 - Quiz
Choose the correct form of possessive: My _________ was not expensive.