Herhaling B1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Uitleg boekopdracht

- Lees nog even goed door in de voorjaarsvakantie! 

- Je kunt een hoog cijfer halen

- Vrijdag 19 maart inleveren

- Opdracht staat op SOM bij 19 maart

Herhalen toets morgen 

Les 4: werkwoorden

Wat zijn werkwoorden?

Welke werkwoorden heeft de zin: 'Ik heb nog nooit mijn been gebroken.'

Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd

1. Waar
2. Niet waar

Noem een voorbeeld van een sterk werkwoord

Vul in: Mijn moeder (huilen) .... gisteren van geluk.

uitleg 

Huilen 

1. -en is huil

2. de letter L zit niet in het 't kofschip 

3. je schrijft dus +de 

huil+de is huilde

Mijn kamer is vorige week geverfd. Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?

Persoonsvorm

Hoe vind je de persoonsvorm?

Maak een zin met de persoonsvorm 'betalen'

De persoonsvorm is dus ALTIJD een werkwoord! 

Onderwerp

Wat is een onderwerp van een zin?

Maak een zin met het onderwerp 'mijn lerares'

Welk woordje kan als onderwerp worden gebruikt in een zin?

1. De buurman
2. Kopen
3. Is
4. Morgen

maandag 1 maart om 13:00 les

zelfstandig naamwoord

Wat is een zelfstandig naamwoord? Uitleg + voorbeeld

Het avondeten staat klaar: we eten pannenkoeken. Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?

Voorbeelden van bijvoeglijk naamwoorden

Mijn grote zus heeft een mooie kamer. Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

Beschrijf je kamer: Typ een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord

Vul in: Mijn moeder is (gek) .... dan mijn vader, maar mijn zus is het (gek)....

Meervouden

meervoud s of 's

Korte instructie - meervouden

Meervoud 

op -'s

Woorden die eindigen op: a, i, o, u, y

Spreek uit: 

autos of auto's

één tafel, twee..

één pizza, twee ..

één kikker, twee

meervoud -en

Woorden met meervoud op -en
Pan/pannen

F wordt een V: druif - druiven 

S wordt een Z: laars - laarzen 

één bedrijf - twee ...

één prijs, twee ..

ën of ëen? (trema=puntjes)

kopie  wordt kopieën 

Bacterie wordt bacteriën 

Meervoud van melodie

Welk woord krijgt een trema in het meervoud?

1. stoel
2. stoei
3. zee
4. dictee