Vwo 3 Homozygoot & heterozygoot en Werkwijze

Erfelijkheid
Homozygoot en heterozygoot
Werkwijze
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Erfelijkheid
Homozygoot en heterozygoot
Werkwijze

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerkcontrole
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Nabespreking
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Welke vragen van het huiswerk moet ik bespreken?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Hoe voorspel je het uiterlijk van nakomelingen?
  • Waardoor lijk je ook op je oma en opa?

Slide 4 - Slide

Waardoor lijk je ook op je grootouders?

Slide 7 - Slide

Een vrouw met blauwe ogen krijgt een kind met bruine ogen. Het allel voor B bruine ogen is dominant over het allel voor b blauwe ogen.

Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
timer
3:00
A
Alleen BB
B
Alleen Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb

Slide 8 - Quiz

Bij cavia's komen genen voor die we aanduiden met R en r. De aanwezigheid van het gen R geeft vlekken op de vacht. Twee cavia's, Snuf en Snuitje, krijgen jongen. Deze jongen hebben de genotypen RR, Rr en rr.

Wat zijn de genotypen van Snuf en Snuitje?
timer
3:00
A
RR en Rr
B
RR en rr
C
Rr en Rr
D
Rr en rr

Slide 9 - Quiz

Cavia's met een bruingele vacht zijn homozygoot voor de vachtkleur. Ook cavia's met een witte vacht zijn homozygoot voor de vachtkleur. Lichtgele cavia's hebben een intermediair fenotype.

Twee cavia's worden een aantal malen gepaard. Dit lever 23 nakomelingen op: 6 bruingele, 5 witte en 12 lichtgele dieren.

Wat is waarschijnlijk de vachtkleur van elk van de ouders?
timer
5:00
A
Lichtgeel en bruingeel
B
Lichtgeel en wit
C
Lichtgeel en lichtgeel
D
Bruingeel en wit

Slide 10 - Quiz

Huiswerk
Leren en maken par. 5 en 6 uit erfelijkheidsboekje.

Slide 11 - Slide