Les 3. De zee kwam door de brievenbus

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

GOEDEMIDDAG!

- Jas aan de kapstok

- Kauwgom in de prullenbak

- Telefoon in de bak

Ga lekker zitten.

Lezen

Blok 4
Donderdag 13 februari 2025

Check in

- Wie is er wel/wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen/potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les

- Luister je stil mee naar de instructie

- Doe je actief mee met de les

- Hebben we respect voor elkaar

- Mag je fouten maken en vragen stellen

Wat gaan we doen?

- Voorlezen

- Instructie

- Lekker even lezen

- Afsluiting

Voorlezen

Luister naar het verhaal.

Maak een tekening van het mystieke 

wezen. Hoe denk jij dat deze eruit ziet?

Ik lees de mythe voor.

De leerlingen maken een tekening van hun mystieke wezen.

Voorkennis

- Zoek de woorden in de woordzoeker

- Weet jij nog waar de tekst van vorige week over ging?

Doel van deze les

Ik kan

- Vragen bij een tekst beantwoorden

Ik weet

- Hoe ik het antwoord op een vraag kan opzoeken in de tekst

Woordenschat

overstromen                                                       herdenken

Woordenschat

getroffen                                                       in actie komen

Tekst lezen

- Lees de titel

- Lees de kopjes

- Bekijk de plaatjes

Wat gaat de tekst ons vertellen denk je?

- Lees mee met de tekst

De leerlingen bespreken in tweetallen waar zij denken dat de tekst over gaat.

Ik lees de tekst voor.

Samen lezen

- Kijk naar de vraag.

Welk stukje moeten we lezen om een antwoord te vinden?

- We lezen de tekst samen.

We kijken naar de sleutelvragen.

Samen lezen we de tekst die hoort bij de sleutelvraag.

Aan de slag

- Geef antwoord op de vragen.

Lees steeds het stukje tekst goed.

- Onderstreep het antwoord.

Klaar?

- lekker even lezen in je leesboek.

Welke bladzijde wil jij straks voorlezen?

De leerlingen maken de vragen zelfstandig af.

Als zij klaar zijn gaan ze lezen uit hun eigen leesboek. 

Ze kiezen een blz. uit die ze aan het eind van de les voorlezen aan de klas.

Nakijken

We kijken de vragen met elkaar na.

Afsluiten

Welke bladzijde wil jij voorlezen aan de klas?