H3L49 - 3HE/3VF - Dinsdag - 3.5 Woorden - taboewoorden

Welkom 3HE/3VF  : )


Planning van dit uur
  • Stillezen
  • Huiswerk bespreken: Leestaak (opdracht 17 t/m 23 van 3.3 Lezen) 
  • Zelfstandig werken:
    Havo: maak opdracht 2 t/m 5 + 7 + 10 van 3.5 Woorden
    Vwo: maak opdracht 2, 3 + 5 + 8 t/m 10 van 3.5 Woorden


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de weerlegging van een tegenargument is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Fictie-opdracht 2 inleveren (dinsdag 4 februari)
  • SO Lezen (vrijdag 14 februari) 
  • Informatieve presentatie en discussie (vanaf 4 maart)
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek begin april) 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 3HE/3VF  : )


Planning van dit uur
  • Stillezen
  • Huiswerk bespreken: Leestaak (opdracht 17 t/m 23 van 3.3 Lezen) 
  • Zelfstandig werken:
    Havo: maak opdracht 2 t/m 5 + 7 + 10 van 3.5 Woorden
    Vwo: maak opdracht 2, 3 + 5 + 8 t/m 10 van 3.5 Woorden


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de weerlegging van een tegenargument is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Fictie-opdracht 2 inleveren (dinsdag 4 februari)
  • SO Lezen (vrijdag 14 februari) 
  • Informatieve presentatie en discussie (vanaf 4 maart)
  • Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek begin april) 

Slide 1 - Slide

aanstalten maken
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 2 - Poll

aanstalten maken
voorbereidingen doen

Het is half tien, ik ga aanstalten maken om naar bed te gaan.

Slide 3 - Slide

de consequentie
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 4 - Poll

de consequentie
logisch gevolg

Dat hij nu moet nablijven, is de consequentie van zijn storende gedrag in de les. 

Slide 5 - Slide

doorlopend
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 6 - Poll

doorlopend
onafgebroken, voortdurend

Op deze afdeling van het ziekenhuis kun je doorlopend bezoek krijgen.

Slide 7 - Slide

generaliseren
ik gebruik dit woord
ik ken het woord, maar ik gebruik het niet
ik ken het woord niet

Slide 8 - Poll

generaliseren
uit één geval algemene conclusies trekken 

Jij zegt dat alle Nederlanders gierig zijn, maar dat is generaliserend. 

Slide 9 - Slide

Taboewoorden
  • Woorden die je niet hoort te gebruiken 
  • Verschilt per persoon of groep
  • Veranderen in de loop der tijd (wijf/vrouw) (ergens de pest in hebben)


Slide 10 - Slide