LJ1 - unit 3.4 Vocabulary / LJ 2 - Unit 3.4 Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
LJ1: Take your English book and open it on page 120. Make exercise 52, 53 and 54.
Ready? Check the assignments. Than open the app Quizlet and practise the words of paragraph 3.4 or take the word search of lesson 3.4

LJ2:  Take your English book and open it on page 144. 


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je korte antwoorden in het Engels geven
- ken je het verschil tussen de present simple en de present continuous;

Leergebied overstijgende doelen:
Opkomen voor jezelf
- Vraag hulp hoe je iets kan aanpakken
- Vraag hulp aan de juiste persoon

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept --> 8 of hoger: Niemand


We doen allemaal mee met de instructie. 

Slide 4 - Slide


Short Answers

Slide 5 - Slide

Short Answers
"korte antwoorden"
Short answers hebben iets weg van question tags.
- Ze beginnen altijd met Yes of No;
- Ze bestaan bestaan alleen uit het onderwerp en het werkwoord uit de vraag.

Slide 6 - Slide

Short Answers
"korte antwoorden"
Are they on their way?
Yes, they are.
No, they are not (aren't).

Slide 7 - Slide

but
Must the dog stay outside?
-Yes, it must.
-No, it doesn't have to
-No, it needn't.

Slide 8 - Slide

Is she at home? (No)

Slide 9 - Open question

Present simple - present continuous
Present simple

Feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen.

I always go to school on time.
Present continuous

Iets is nu aan de gang of bij irritatie. 


My colleague is always taking really long breaks. It's annoying!

Slide 10 - Slide

Present continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 11 - Slide

Present Continuous

Slide 12 - Slide

Present Continuous
When
When something happens now. Something that happens for a while.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, 
Example 
The police are investigating the murder on the Prince. 

Slide 13 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ1: Je maakt zelfstandig opdracht 52 t/m 54 op blz. 120/121
LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 48 en 49 op blz 120/121

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de woordjes van 3.3 en 3.4 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

timer
1:00

Slide 14 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

 - kun je korte antwoorden in het Engels geven?
- ken je het verschil tussen de present simple en de present continuous?

Slide 15 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 31 januari
3.4 exercise 52 t/m 54

Huiswerk LJ2: 
Dinsdag 31 januari
3.4 exercise 48 & 49
Toetsen LJ1: 
Vrijdag 3 februari
SO Selftest H3

Toetsen LJ2: 
Vrijdag 3 februari
SO Selftest H3

Slide 16 - Slide