3.4 Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening 
Take your English book and open it on page 144. 


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je korte antwoorden in het Engels geven
- ken je het verschil tussen de present simple en de present continuous;

Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren
- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept --> 8 of hoger: Niemand


We doen allemaal mee met de instructie. 

Slide 4 - Slide


Short Answers

Slide 5 - Slide

Short Answers
"korte antwoorden"
Short answers hebben iets weg van question tags.
- Ze beginnen altijd met Yes of No;
- Ze bestaan bestaan alleen uit het onderwerp en het werkwoord uit de vraag.

Slide 6 - Slide

Short Answers
"korte antwoorden"
Are they on their way?
Yes, they are.
No, they are not (aren't).

Slide 7 - Slide

but
Must the dog stay outside?
-Yes, it must.
-No, it doesn't have to
-No, it needn't.

Slide 8 - Slide

Is she at home? (No)

Slide 9 - Open question

Present simple - present continuous
Present simple

Feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen.

I always go to school on time.
Present continuous

Iets is nu aan de gang of bij irritatie. 


My colleague is always taking really long breaks. It's annoying!

Slide 10 - Slide

Present continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 11 - Slide

Present Continuous

Slide 12 - Slide

Present Continuous
When
When something happens now. Something that happens for a while.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, 
Example 
The police are investigating the murder on the Prince. 

Slide 13 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 48 t/m 50 op blz 120/121


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de woordjes van 3.3 en 3.4 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

timer
1:00

Slide 14 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Homework on the next page. 


Slide 15 - Slide

Homework
Homework 
Wednesday 25 January
Unit 3.4 exercise 48 t/m 50 

Test
Tuesday 31 January
SO test yourself




                  

Slide 16 - Slide