a. Schrijf van tabel A de temperatuur op in de koudste, en de temperatuur in de warmste maand.
Koudste maand: 5 graden, warmste maand: 21 graden.
b. In welke klimaatzone (tropisch, droog etc.) ligt dit gebied?
Zeeklimaat.
c. Welke letter (A t/m E) hoort er bij die zone?
C
d. Is er bij tabel A sprake van een droge periode?
Ja, er valt heel weinig neerslag in de zomermaanden.
e. Welke kleine letter hoort er bij dit klimaat?
s, van droge zomer.