Werking van ademhalingsstelsel

Adem in, Adem uit
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Adem in, Adem uit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Werking van ademhalingsstelsel
Uitleggen hoe de gaswisseling in de longen en de weefsels plaats vindt
Beschrijven hoe de ademhaling gereguleerd wordt en hoe de ademhalingsbewegingen verlopen
Beschrijven welke longfunctiewaarden de belangrijkste informatie over de longfunctie geven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je onthouden
van de vorige les?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

De lucht die wordt ingeademd (via neus of mond), gaat via de keelholte naar de luchtpijp (trachea). 

In de borstkas splitst de luchtpijp zich in twee vertakkingen. Zo'n vertakking heeft een bronchus (meervoud: bronchi of bronchiën). Elke bronchus gaat naar een long.

De beide bronchi (bronchiën) vertakken zich in steeds kleinere luchtkanalen, de bronchioli (bronchiolen). Deze monden uit de longblaasjes (aveoli).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Werking van het ademhalingsstelsel
Lichaamscellen hebben energie nodig voor hun levensonderhoud en het verrichten van specifieke taken.
Energie ontstaat door verbranding
Voor een goede verbranding is brandstof nodig, die in het lichaam meestal glucose genoemd wordt.
Bij verbranding is verder nog zuurstof nodig.
Het koolzuurgas dat bij verbranding als afvalstof vrijkomt, adem je uit.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Werking van het ademhalingsstelsel
Je voert in groepjes de opdracht werking van het ademhalingsstelsel uit.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling in de longen (1)
In je longen wordt zuurstof (O2) opgenomen uit de lucht en koolzuurgas (ofwel kooldioxide (CO2) afgegeven aan de lucht.
Dit gebeurt in de longblaasjes. De longblaasjes hebben een zeer dunne wand.
https://youtu.be/innge2faZrs (filmpje Juf Danielle)


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

In totaal bevat het longweefsel ongeveer 900 miljoen longblaasjes. Elk longblaasje is omgeven door een dicht haarvatennetwerk. De wand van het longblaasje is heel dun en bestaat uit eenlagig plaveiselepitheel. In de longblaasjes vindt de gaswisseling plaats tussen het uitwendige en het inwendige milieu.
Het oppervlak van de gezamenlijke longblaasjes wordt het ademhalingsoppervlak genoemd. Dit is in rust ongeveer 70 m2. Bij inspanning kan het ademhalingsoppervlak tot boven de 100 m2 uitkomen. Deze vergroting van het oppervlak is mogelijk door de grote rekbaarheid van het longweefsel en doordat in rust lang niet alle longblaasjes openstaan.

Gaswisseling (2)
De zuurstof die je opneemt doordat je inademt (inademing=inspiratie), bindt zich aan de hemoglobine in de rode bloedcellen
Het in de longen afgegeven koolzuurgas adem je uit (uitademing = expiratie) aan de lucht
De uitwisseling van koolzuurgas noem je ook wel ventilatie.
Het uitwisselen van zuurstof heet oxygenatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is oxygenatie?
A
Uitwisselen van koolzuurgas
B
Uitwisselen van zuurstof
C
In longen afgeven van koolzuurgas

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel keer haalt een volwassene gemiddeld ademhaling in rust?

Slide 12 - Mind map

Antwoord:
12-18 keren
Regulatie ademhaling
Je kunt twee soorten ademhaling onderscheiden: de ademhaling van een persoon en de ademhaling van een cel.
In rust haal je ongeveer 12 tot 18 keer per minuut adem, dit noem je de ademhalingsfrequentie. 


Slide 13 - Slide

Antwoord; Je lichaam heeft dan meer zuurstof nodig. 
Verlengde merg
Ademen is een proces dat wordt aangestuurd vanuit het ademcentrum in het verlengde merg. 
Deel onwillekeurige ZS


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zoekopdracht (De docent kan jou vragen dit uit te leggen)
Je ademcentrum is een onderdeel van je onwillekeurige ZS. Dit centrum regelt de diepte en snelheid van je ademhaling. 

Zoek zelfstandig op; 
  • Waarom neemt je ademhaling toe tijdens het sporten?
  • Waarom is het advies om tijdens hyperventileren in een zakje te blazen?
  • Wat heeft de PH waarde te maken met ademhalen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Bij ons als mens ligt de PH-waarde (zuurgraad) van het bloed onder normale omstandigheden tussen de 7,35 en 7,45. 

Via het ademhalingsritme reguleren we de zuurgraad in ons bloed, door sneller te ademen stijgt de pH en door langzamer te ademen daalt de pH.






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Is de hoeveelheid koolzuurgas laag, dan remt het ademcentrum je ademhaling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waar vindt de DAADWERKELIJKE gaswisseling plaats?
A
longblaasjes
B
luchtpijp
C
bloed

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werkt diffusie:
Zuurstof de longblaasjes in: Wanneer je inademt, komt er zuurstofrijke lucht in de longblaasjes. In deze lucht zit een hoge concentratie zuurstof.
Diffusie van zuurstof naar het bloed: In het bloed van de haarvaten zit een lage concentratie zuurstof. Door diffusie stroomt de zuurstof vanuit de longblaasjes (hoge concentratie) naar het bloed (lage concentratie).
Koolstofdioxide uit het bloed: Tegelijkertijd zit er in het bloed een hoge concentratie koolstofdioxide, omdat dit als afvalstof uit de cellen komt. In de lucht in de longblaasjes zit juist weinig koolstofdioxide. Via diffusie stroomt koolstofdioxide van het bloed naar de longblaasjes.
Uitademen: De koolstofdioxide wordt vervolgens uitgeademd.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het mooie van diffusie is dat dit proces vanzelf gebeurt, zonder dat je lichaam er actief energie voor nodig heeft. 

Het werkt alleen goed omdat de wand van de longblaasjes en de haarvaten heel dun is, waardoor zuurstof en koolstofdioxide gemakkelijk kunnen uitwisselen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Inademen
Inademen is een actief proces. Je brengt actief in borstwand beweging. Dit doe je door twee acties.
Je plat je middenrif af
Je tilt je ribben op.
Je middenrif (diafragma) is een gespierde plaat die je borstholte scheidt van je buikholte.
Er is sprake van buikademhaling als je buik bij een inademing naar voren gaat.
Er is sprake van borstademhaling als je vooral je borst bij een inademing omhoog gaat.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Uitademen is een passief proces. Als je je ademhalingsspieren ontspant, vergroot of verkleint je borstholte dan?
A
Vergroot
B
Verkleint

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Longfunctie (1)
De gemiddelde hoeveelheid lucht die je inademt, is ongeveer 500ml en noem je het adem(teug) volume.
Ongeveer de helft van de ingeademde lucht blijft achter in de dode ruimte. Dit is de ruimte in je luchtwegen waar geen gaswisseling is. Zoals in je neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, hoofdbronchiën, bronchiën en bronchiolen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Longfunctie (2)
Lucht die je na een normale inademing nog extra kunt inademen, noem je inspiratoir reservevolume.
Alle lucht die je na een normale uitademing nog extra kunt uitademen, noem je expiratoir reservevolume.
De vitale capaciteit hangt af van je geslacht, leeftijd, lengte en lichamelijke conditie.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is de vitale
capaciteit?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Maak ter afronding van deze les: 
N3; Zelftoets module 7 ademhalingsstelsel

N4; Zelftoets module 8 ademhaling


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

This item has no instructions