2.3 Weefsels

2.3 Weefsels
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 Weefsels

Slide 1 - Slide

Thema 2, basisstof 3 
De eerste 3 minuten opstarten. Iedereen gaat volgens de plattegrond zitten. Als de timer af gaat is het stil.

Pak je laptop (blijft nog even dicht) boek en schrift: zorg dat je mee kunt schrijven.
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Opstarten
  • Checkvraag vorige les: Organen van planten
  • Uitleg basisstof 3
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting lesuur 1
  • Practicum microscopie: waterpest

Slide 3 - Slide

Zijn de wortels van planten organen?
A
Nee, planten hebben geen organen
B
Nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
Ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
Nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen 

  • Ik kan uitleggen dat een organisme bestaat uit cellen. 
  • Ik kan weefsels van mensen en planten noemen met hun functie. 


Slide 5 - Slide

Van cel tot organisme

Slide 6 - Slide

Organisme
Een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen = 30.000.000.000.000

Slide 7 - Slide

Orgaan
Een deel van een organisme met één of meerdere functies

Slide 8 - Slide

Weefsel
meerdere cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 9 - Slide

Cellen
  • Alle organismen bestaan uit cellen. 
  • Bouwstenen van een organisme. 
  • Heel erg klein. Alleen te zien onder een microscoop. 
  • Doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.

Slide 10 - Slide

Cellen, hoe zien ze eruit?
De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie

Slide 11 - Slide

Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, organisme, cellen
B
organisme, organen, weefsels, cellen
C
organisme, cellen, weefsels, organen
D
organisme, weefsels, cellen, organen

Slide 12 - Quiz

Verschillende weefsels
Elk orgaan bestaat uit meerdere weefsels

Slide 13 - Slide

Tussencelstof
Zit tussen de cellen in. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het soort weefsel.

Tussencelstof van beenweefsel (botten) is erg hard/kalkachtige stof.
Tussencelstof van kraakbeenweefsel is soepel.

Slide 14 - Slide

Weefsels plant
Je ziet boven en onder "vierkantjes" dit noemen we de opperhuid.
in de opperhuid zitten kleine openingen dit noemen we huidmondjes.
Via de huidmondje wordt koolstofdioxide opgenomen en zuurstof afgegeven.
Water wordt ook via de huidmondjes afgegeven. daarom zitten ze alleen aan de onderkant want dan verdampt er minder water. 

Slide 15 - Slide

Weefsels in planten
Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!

Slide 16 - Slide

Met welk onderdeel van het blad regelt de plant de wisseling van gassen en de verdamping van water?
A
Opperhuid
B
De hele plant
C
De huidmondjes
D
Het blad

Slide 17 - Quiz

Jaarringen
Cambium: maakt nieuw hout.
Cambium zit bij de schors.
Waar zit dus het oudste en 
waar het nieuwste hout?
Verschil houtcellen uit het voorjaar 
(licht) en uit de zomer (donker).

Slide 18 - Slide

Wanneer is de lichte jaarring gemaakt?
A
Zomer/lente
B
Herfst
C
Winter
D
Een heel jaar

Slide 19 - Quiz

In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.

Slide 20 - Quiz

Nu zelf aan de slag!
Maak uit je boek opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8.

Had je de diagnostische vragen over de jaarringen goed? Dan kun je opdracht 4 overslaan!

Slide 21 - Slide

Leerdoelen 

  • Ik kan uitleggen dat een organisme bestaat uit cellen. 
  • Ik kan weefsels van mensen en planten noemen met hun functie. 


Slide 22 - Slide

En dan nu: Microscopie!

Slide 23 - Slide