05. Quiz, luisterstappenplan, lezen - 418BH - 4 april 2019

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme (5 min.)
  2. quiz (20 min.)
  3. luistertips en oefening (15 min.)
  4. lokaalwissel
  5. neologisme (5 min.)
  6. lezen (35 min.)
  7. vooruitblik (5 min.)

Slide 2 - Slide

helpie

Slide 3 - Mind map

context

Slide 4 - Slide

Denk je nog hetzelfde over 'helpie'?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

helpie

Foto die iemand van zichzelf maakt terwijl hij of zij vrijwilligerswerk doet; selfie van een vrijwilliger. 

Helpie is gevormd uit de woorden help en selfie. 

Slide 6 - Slide


Wat zijn signaalwoorden voor een opsomming?
A
ten eerste, ten tweede, ook, ten slotte, verder
B
maar, echter, toch, enerzijds, hoewel
C
voordat, eerst, vroeger, intussen, tijdens
D
dus, daardoor, hieruit volgt, kortom

Slide 7 - Quiz

Wat zijn signaalwoorden voor een tegenstelling?
A
ten eerste, ten tweede, ook, ten slotte, verder
B
maar, echter, toch, enerzijds, hoewel
C
voordat, eerst, vroeger, intussen, tijdens
D
dus, daardoor, hieruit volgt, kortom

Slide 8 - Quiz

Wat zijn signaalwoorden voor een toelichting?
A
ten eerste, ten tweede, ook, ten slotte, verder
B
maar, echter, toch, enerzijds, hoewel
C
voordat, eerst, vroeger, intussen, tijdens
D
bijvoorbeeld, zoals, onder andere

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen een aanleiding en een inleiding?

Slide 10 - Open question

Aanleiding - inleiding
  • Aanleiding: omstandigheid die ertoe leidt dat iets gebeurt 
(naar aanleiding van) 
  • Inleiding: eerste gedeelte van bv. een boek waarin het onderwerp in grote lijnen wordt aangegeven

Volgende onderwerp: drogredenen.

Slide 11 - Slide

Het is niet interessant, want er is niets aan.
A
generalisatie
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 12 - Quiz

Ik ben het er niet mee eens, want de koning is het er ook niet mee eens.
A
generalisatie
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 13 - Quiz

Ik loop weg zonder te betalen, want iedereen doet dat hier.
A
beroep doen op de meerderheid
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 14 - Quiz

Ik heb dat zo meegemaakt, dus geldt dat voor iedereen.
A
beroep doen op de meerderheid
B
generalisatie
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 15 - Quiz

Wat weet jij van gezondheid, jij weegt zelf 200 kilo!
A
beroep doen op de meerderheid
B
generalisatie
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 16 - Quiz

1 + 1 = 3
Is dit een objectief argument?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

conclusie/samenvatting/toelichting
  1. Een conclusie is een einduitkomst op basis van dingen die eerder in de tekst gezegd zijn. Deze einduitkomst kan een vaststelling of een oordeel zijn.
  2. Een samenvatting herhaalt de hoofdzaken van de tekst. 
  3. Een toelichting geeft meer informatie over een eerder besproken onderwerp.  

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme (5 min.)
  2. quiz (20 min.)
  3. luistertips en oefening (15 min.)
  4. lokaalwissel
  5. neologisme (5 min.)
  6. lezen (35 min.)
  7. vooruitblik (5 min.)

Slide 19 - Slide

Luistermanieren
  1. GLOBAAL:
    grote lijnen (1e keer bekijken)

  2. INTENSIEF: gedetailleerd (zo veel mogelijk onthouden) 

  3. ZOEKEND: antwoord op bijv. een vraag (waarnaar ben je op zoek?)

Slide 20 - Slide

Oefening
  1. Je krijgt straks twee fragmenten te horen. 
  2. Bij ieder fragment vul je de vragen in.
  3. Na ieder fragment bespreken we de antwoorden.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Lokaalwissel - H001

Slide 23 - Slide

wachtverzachter

Slide 24 - Slide

context
ProRail komt met 'wachtverzachter'


Als het maar niet lukt om de treinen op tijd te laten rijden, moet je creatief zijn. ProRail komt met een 'wachtverzachter': tv-schermen om het wachten te veraangenamen. Goedkoop is het niet.

Bron: rtlnieuws.nl

Slide 25 - Slide

Denk je nog hetzelfde over de 'wachtverzachter'?


Ja --> hand omhoog
Nee --> hand omlaag

Slide 26 - Slide

wachtverzachter
- Entertainer die ingehuurd is om mensen die in een rij staan (oorspronkelijk op een vliegveld) te vermaken

- Iets dat het wachten (op een trein, bus, taxi, maar ook bij de kapper of in een winkel e.d.) veraangenaamt. 

Een woordspeling met het woord wasverzachter.

Slide 27 - Slide

taaldossier/boek lezen 
timer
35:00

Slide 28 - Slide

Evaluatie
Ik ga weg uit de les en ik neem mee ... 


Slide 29 - Slide

Vooruitblik 
Volgende week: 
- Lezen
- Taalverzorging

Over 2 weken rapporttoets lezen/luisteren 3F!
Neem oortjes mee! 

Slide 30 - Slide