This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Acceptatie, tolerantie, uitsluiting
Hoe ga ik om met verschillen?
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kent drie manieren om met verschillen tussen mensen om te gaan.
Je kunt het verschil benoemen tussen assimilatie, integratie en segregatie.
Je kunt uitleggen hoe jij met verschillen omgaat en waarom je dat op die manier doet.
Slide 2 - Slide
Acceptatie
Je vindt iemand goed zoals hij of zij is. De ander hoort er helemaal bij en de verschillen worden helemaal geaccepteerd.
Voorbeeld: Rana uit Syrië heeft goede vriendinnen op haar nieuwe school in Nederland. Ze helpen haar met Nederlands leren en zijn benieuwd naar de gebruiken uit haar land.
Slide 3 - Slide
Tolerantie
Je respecteert de verschillen en laat iemand zijn wie hij is. Je vindt het goed dat je beiden tot een andere groep hoort.
Jullie waarden en normen zijn anders, maar dat is niet erg.
Voorbeeld: Mohamed is moslim en Avram is joods, ze kunnen beiden prima samenwerken aan een project voor school.
Ze tolereren elkaar
Slide 4 - Slide
Uitsluiting
Je accepteert de verschillen tussen jou en een ander niet.
Je ziet de ander als een buitenstaander;
iemand die er niet bij hoort.
Voorbeeld: Olivia wil geen vriendin meer met Nova zijn. Omdat ze weet dat Nova lesbisch is. Olivia sluit Nova uit. Ze wil niets meer met haar te maken hebben.
Slide 5 - Slide
Acceptatie, tolerantie, uitsluiting
Slide 6 - Slide
Heb jij in dit filmpje acceptatie, uitsluiting of tolerantie gezien? Leg kort uit.
Slide 7 - Open question
Tolerantie
Acceptatie
Uitsluiting
Vrienden zijn
Een hekel hebben aan buitenlanders
Een hekel hebben aan Nederlanders
Geen opdracht met een lesbische klasgenoot willen doen.
Je vindt het prima dat er een Marokkaans gezin naast je komt wonen.
Je vindt het maar raar de ramadan, maar dat moeten zij zelf weten.
"de kleur van iemand maakt mij niet uit, ik houd van alle mensen"
Slide 8 - Drag question
Discriminatie
'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'
Het is een geschreven regel.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Vind jij dat jij tolerant bent? Sleep je zelf naar het punt dat het best bij je past. Je moet je antwoord wel uit kunnen leggen.
erg tolerant
helemaal niet tolerant
een beetje tolerant
Ik ben .....
Slide 11 - Drag question
Wat kun je als nieuwkomer doen om je thuis te voelen in een nieuwe cultuur? Hoe ver ga je om je aan te passen aan je nieuwe omgeving?
Slide 12 - Open question
Nieuwkomers kunnen op verschillende manieren daarmee omgaan, bijvoorbeeld door assimilatie (volledige aanpassing), integratie (gedeeltelijke aanpassing) of segregatie (geen aanpassing maar afscheiding).
Slide 13 - Slide
Maak opdracht 4 uit je boek (blz. 36)
Klassikaal bespreken, daarna werken aan opdracht 6 van 2.1 + 2.2
Slide 14 - Slide
De doelen, heb je ze gehaald?
Je kent drie manieren waarop de samenleving met verschillen tussen mensen omgaat.
Jij kunt uitleggen hoe jij zelf met verschillen tussen mensen omgaat