landenvoorzetsels
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de Passé Composé?
Slide 2 - Open question
Hoe maak je de passé composé?
Slide 3 - Open question
Wat is er zo speciaal als je vervoegd met être?
Slide 4 - Open question
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir'
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 5 - Drag question
etre
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis
Slide 6 - Drag question
Canada
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 7 - Quiz
France
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 8 - Quiz
Danemark
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 9 - Quiz
Pays- Bas
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 10 - Quiz
Maroc
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 11 - Quiz
Antilles
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 12 - Quiz
Amsterdam
A
à
B
au
C
en
D
aux
