Dinsdag 2 april

• NT2
• ISK

Dinsdag 2 april 2024

08.30 - 09.20 uur Inloop Hoe was je paasweekend? lezen	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen Blok 4 les 9	12.40 - 13.30 uur Woordenschat Nieuwe woorden thema muziek
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.30 - 14.20 uur Disk Zelfstandig werken
10.30 - 11.20 uur Begrijpend lezen Lezen, hoe doe je dat?
11.20 - 12.10 uur werken aan opdracht disk favoriete artiest

rekenen

Blok 4, les  9

Aan het einde van de les, leer je:

• oppervlaktematen als ha, are en ca

Rekentaal

Hectare (ha) = 1 hm2

Are (are) = 1 dam2

Centiare (ca) = 1 m2

Pauze

Begrijpend lezen

We werken vandaag aan hoofdstuk 2 van Lezen, hoe doe je dat?. We werken in 3 groepen:

Groep 1:   

Groep 2: Tristan, Samir, Seniha, Rita, Sasha, Maria, Masoud, Amjad, Omar (mevrouw Mieke)

Groep 3: Rahmat,  Alend,  Yasmine, Arman, Hanan, Lisa, Daniil, Samia  (Meneer Malte)

favoriete

Pauze

Woordenschat

Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema: Muziek

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

effect

• het gevolg van iets 
• de invloed op iets hebben
• succes hebben
• een draaiende beweging van de bal in een spel
• Zin: Hij sloeg de bal met effect.
• Zin: De medicijnen hadden geen effect op de ziekte.

de favoriet

• het leukst van alles of iedereen 
• iemand van wie iedereen denkt dat hij of zij zal winnen
• je favoriete ding is dat ding waarvan je het meeste houdt
  
• Zin: Op vakantie gaan is mijn favoriete bezigheid.
• Zin:  Van alle grote steden in Nederland, is Amsterdam mijn favoriet.

het gelijk

• wanneer dat wat je zegt waar is 
• gelijk hebben (in iets)
• iemand gelijk geven (in iets)
• hetzelfde; dezelfde = identiek
• Zin: Ze dacht dat de trein om 12.06 uur ging, en ze had gelijk.
• Zin: Mijn collega stopt met haar werk, en ik geef haar groot gelijk.

boeien

• de aandacht vasthouden, leuk vinden 
• boeie! = dit zeg je als je iets heel onbelangrijk en niet interessant vindt
• interesseren
• Zin: Het onderwerp van deze les was heel boeiend.
• Zin: Het boeide hem niet wat de andere jongen zei.

de conclusie

• iets wat volgens jou waar is nadat je goed hebt nagedacht over alle informatie die je erover hebt
  
• de uitkomst 
• Zin: Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het feest niet door kan gaan.
• Zin: Na het gesprek kwam de leerling tot de conclusie dat hij harder had moeten werken.

Wat is "effect"?

1. Iets wat geen invloed heeft op iets.
2. Iets wat succes heeft.
4. Iets wat ergens naast staat.

Maak een zin met "boeien".

Wie is jouw favoriet?

Wat is gelijk hebben?

1. Iemand ongelijk geven.
2. Iets zeggen wat waar is.
3. Iets wat niet waar is.

Maak een zin met : de conclusie

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Ik heb .................. als ik zeg dat het zo is.

Mijn ........................ sport is schaatsen.

De les ............... het meisje niet, zij kijkt op de laptop naar You Tube.

Een goed cijfer is het ......................... van goed leren.

De man kwam tot de ........................ dat hij beter had moeten uitkijken met oversteken.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: 

de conclusie

het gelijk

boeien

de favoriet

effect

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema muziek.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!