Kun je de anatomie van het ademhalingsstelsel benoemen
Kun je de fysiologie van het ademhalingsstelsel uitleggen
Kun je de functies van de luchtwegen benoemen
Kun je globaal uitleggen hoe de gaswisseling verloopt
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Ademhalingsstelsel
Leerdoelen; aan het eind van deze les kun je:
Kun je de anatomie van het ademhalingsstelsel benoemen
Kun je de fysiologie van het ademhalingsstelsel uitleggen
Kun je de functies van de luchtwegen benoemen
Kun je globaal uitleggen hoe de gaswisseling verloopt
Slide 1 - Slide
Neusholte
Keelholte
Strottehoofd
Luchtpijp
Slide 2 - Drag question
Wat is géén functie van de bovenste luchtwegen?
A
Opwarming
B
Zuivering
C
Bevochtiging
D
Uitwisseling van gassen
Slide 3 - Quiz
Functies bovenste luchtwegen
Opwarming
Bevochtiging
Zuivering (afweer tegen stof/vuil)
Slikken
Vormen van de stem
Slide 4 - Slide
Keelholte en strottehoofd - stemvorming
Luchtstroom langs aangespannen stembanden geeft geluid.
Meer lucht -> harder geluid.
Stembanden strakker aangespannen -> hoger geluid.
Aard van het geluid (verschil tussen bijv. ‘em’ en ‘ka’) wordt bepaald door de tong, lippen en spieren rond keel- en mondholte
Slide 5 - Slide
Trachea =
Bronchiën =
Bronchiolen =
Alveoli =
Diafragma =
Luchtpijp
Luchtwegvertakkingen
Verdere vertakkingen
Longblaasjes
Middenrif
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Longvliezen
Binnenzijde van borstkas en buitenzijde van longen is bedekt met een vlies.
Borstvlies en het longblad; samen de longvliezen of pleurabladen.
Tussen de twee vliezen zit een laagje vocht (= pleuravocht).
Pleurabladen kunnen tijdens adembewegingen wel over elkaar heen glijden.
Pleurabladen kunnen niet van elkaar scheiden.
Voorbeeld: pannendeksel die na afwas niet los van aanrecht komt
Klaplong -> lucht tussen pleurabladen; long klapt in
Slide 8 - Slide
Gaswisseling
Slide 9 - Slide
Gaswisseling (2)
De zuurstof (O2 ) en koolstofdioxide (CO2) in het bloed is gebonden aan hemoglobine in de rode bloedcellen en opgelost in het bloedplasma.
Zuurstof
Gaat vanuit de longen naar de weefsels en organen.
Is nodig voor de verbranding in de cellen. Zonder verbranding kan de cel niet leven.
Koolstofdioxide
Wordt vanuit de weefsels en organen naar de longen vervoerd.
Is een afvalstof van de cellen.
Diffusie
Transport door concentratieverschil
Slide 10 - Slide
Door welk vat wordt zuurstofarm bloed naar de longen gebracht?
Slide 11 - Open question
Uit welk deel van het hart komt de longslagader?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer
Slide 12 - Quiz
Bloedvoorziening longen
Slide 13 - Slide
Bloedvoorziening longen (2)
Aanvoer
Luchtwegen en longen hebben zelf ook voeding/zuurstof nodig -> bronchiale slagaders
Vanuit aorta (dus andere route dan longblaasjes)
Afvoer
Bronchiale aders -> bovenste holle ader
Via longader in linker harthelft.
Gevolgen:
Linkerboezem ontvangt iets meer bloed dan rechterboezem
Linkerboezem niet alleen zuurstofrijk bloed vanuit longcirculatie; ook klein beetje zuurstofarm via bronchiale vaten = veneuze bijmenging of fysiologische shunt
Slide 14 - Slide
Transport van gassen
Opgelost in bloedplasma (2%) Gebonden aan hemoglobine in rode bloedcellen (98%)
Slide 15 - Slide
Hemoglobine
Hemoglobine = ijzerhoudend eiwit in rode bloedcellen
Bestaat uit 4 eiwitketens met elk een ijzerion
Aan elk ijzerion kan 1 zuurstofmolecuul binden
Saturatie
Zuurstofverzadiging (hoeveelheid Hb gebonden aan zuurstof) – normaal ong. 97-98%.