Rekenen H2.3 en 2.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Van week naar maand en andersom

Vaste lasten betaal je soms eens per week, soms eens per maand. Als je de uitgave goed met elkaar wilt vergelijken, moet je ze omrekenen naar eenzelfde periode.

Eén jaar = 12 maanden = 52 weken

Bij het berekenen van een bedrag per week naar een bedrag per maand, of juist andersom, bereken je als tussenstap altijd het bedrag per jaar. Je kunt daarvoor een verhoudingstabel gebruiken

Periode	Per maand	Per jaar	Per week
Bedrag	€ ...	€ ...	€ ...

x 12

: 52

x 12

: 52

Van week naar maand en andersom

Omrekenen van maand naar week

Omrekenen van week naar maand

Periode	Per maand	Per jaar	Per week
Bedrag	€ ...	€ ...	€ ...

x 12

: 52

x 12

: 52

Periode	Per week	Per jaar	Per maand
Bedrag	€ ...	€ ...	€ ...

x 52

x 52

: 12

: 12

Je kleedgeld is € 13,50 per week. Hoeveel kleedgeld ontvang je per maand?

Kies het juiste antwoord.

1. € 58,80
2. € 162
3. € 540
4. € 702

Je loon is € 10,20 per week.
Bereken het bedrag dat je per maand ontvangt.

Je zakgeld is € 40 per maand.
Bereken het bedrag dat je per week ontvangt.

Sinds kort woont Thomas op kamers. Hij maakt een maandbegroting om meer inzicht in zijn uitgaven en ontvangsten te krijgen.

Bereken welk bedrag Thomas per maand tekortkomt of overhoudt

Sinds kort woont Thomas op kamers. Hij maakt een maandbegroting om meer inzicht in zijn uitgaven en ontvangsten te krijgen.

Reken uit hoeveel procent van zijn inkomsten Thomas iedere maand besteedt aan dagelijkse uitgaven.

Reservering per maand

Als je in de toekomst grote uitgaven verwacht, is het verstandig om geld te reserveren. Je zet dan geld opzij waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen. Hoeveel je maandelijks moet reserveren, bereken je als volgt:

Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden

Over drie jaar wil Janneke voor € 3.150 een nieuwe scooter kopen.

Bereken het bedrag dat ze maandelijks moet reserveren.

Jeppe wil over vier jaar voor € 15.000 een tweedehands auto kopen.

Bereken het bedrag dat hij per maand moet reserveren.

Alice wil over drie jaar een nieuwe bedrijfswagen kopen. De bedrijfswagen kost € 18.450. Alice rijdt 23.000 kilometer per jaar.
Bereken het bedrag dat ze per kilometer moet reserveren.