7.2 Populaties 23/24

7.2 populaties
Je kan uitleggen hoe de populatiegrootte kan veranderen binnen een ecosysteem aan de hand van 
een J-curve en een S-curve
Populatiedichtheid, draagkracht, exoot, plaag, levenscyclus
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

7.2 populaties
Je kan uitleggen hoe de populatiegrootte kan veranderen binnen een ecosysteem aan de hand van 
een J-curve en een S-curve
Populatiedichtheid, draagkracht, exoot, plaag, levenscyclus

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Populatiegrootte
Vier factoren beïnvloeden de populatiegrootte:
  1. geboortecijfer: het aantal geboortes per 1000 individuen in een jaar
  2. sterftecijfer: het aantal overleden individuen per 1000 individuen in een jaar
  3. immigratie: toename door komst van organismen
  4. emigratie: afname door vertrek van organismen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Draagkracht
De draagkracht is de maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn. 

Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft, zoals concurrentie van andere soorten, predatie, onvoldoende voedsel, ziektes en andere oorzaken van sterfte. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Competitie/concurrentie
''Tussen de individuen van dezelfde of verschillende populaties vindt competitie plaats om hulpbronnen uit de natuur als voedsel, licht, nestgelegenheid, water, enz''

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Predatie
''Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier.''

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dynamische evenwicht populatie dichtheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Mutualisme
''Vorm van symbiose waar beide soorten voordeel hebben''

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Symbiose
Langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten

-Commensalisme
-parasitisme
-mutualisme

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Commensalisme
''Vorm van symbiose waar de ene soort een voordeel heeft en de andere soort geen nadeel of voordeel''

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Parasitisme
''Vorm van symbiose waar ene soort voordeel en andere soort nadeel heeft''

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +
    Geen symbiose:
  • Concurrentie - / -
  • Predatie - / +
  • Coöperatie=samenwerking tussen dezelfde soort

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 9

Zelfstandig werken: opdracht 10 t/m 13
ook voor de compacters

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe groot is de draagkracht voor schapen?
A
1500 schapen
B
15 000 schapen
C
150 000 schapen
D
1 500 000 schapen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht in het gebied?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Abiotische factor
Biotische factor
Regen
Vijanden
Voedsel
Temperatuur
Grondsoort
Soortgenoten

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wat betekent tolerantie
(in ecologische zin) ;) ?

Slide 21 - Open question

belang van tolerantie: het zegt iets over hoe goed soorten tegen veranderingen kunnen. Dus wat er met soorten/populaties/ecosystemen gaat gebeuren als het klimaat verandert. 
Wat betekent het voor een vis als de temperatuur onder zijn tolerantiegebied komt?
A
hij gaat meteen dood
B
hij kan niet meer voortplanten
C
hij gaat na een tijdje dood
D
hij heeft geen zin meer in biologie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor? Leg je antwoord uit!

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat kan je zeggen over de optimumwaarde van
soort a en soort b?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions