Betaalmiddelen

• GASV KWAL
• Buitengewoon secundair onderwijs

betaalmiddelen

Chartaal geld

= contant geld

= munten en bankbiljetten

= tastbaar geld

= rechtstreekse betaling

Giraal geld

= elektronisch geld

= munten en bankbiljetten

= onrechtstreekse betaling

(via financiële instelling)

De zichtrekening

• gekoppeld aan een bankkaart = debetkaart
• dagelijkse verrichten
  
• geld afhalen aan een geldautomaat
• verschillende soorten zichtrekeningen, bv. voor jongeren en dan meestal nog variatie tussen een online rekening (vaak gratis) of een rekening waarmee je ook nog in het bankkantoor kan langsgaan voor je verrichtingen (betalend).

IBAN

International Bank Account Number 

(= Internationaal bankrekeningnummer)

Je rekeningnummer kan je terugvinden op je debetkaart of op je rekeninguitreksels.

Geld van je debetkaart gaat onmiddellijk van je rekening af.

1. Waar
2. Niet waar

Welk van deze elementen staat NIET op een debetkaart

1. CVC-code
2. IBAN
3. vervaldatum
4. Ik weet het niet

De Kredietkaart

Grote verschil met een debetkaart is dat je bij de kredietkaart eigenlijk een krediet (=lening) aangaat. Koop je met je kredietkaart iets aan op 15 april dan zal het geld pas begin mei echt van je rekening gaan. Je krijgt dus uitstel van betaling. Alle transacties met die kaart worden 1x per maand van de rekening gehaald, je krijgt dan ook een uitgavestaat (soort van rekeninguitreksel). Dit houdt een risico in, je kan geld opdoen dat je misschien niet hebt.

Waarvoor gebruik je de kredietkaart?

• Om wereldwijd te betalen (met de debetkaart kan je ook betalen binnen Europa als er een maestro label opzit);
• om online te betalen;
• om in binnen- en buitenland geld te kunnen afhalen.

Welk van deze elementen staat NIET op een kredietkaart

1. naam
2. vervaldatum
3. adres
4. ik weet het niet

Een betaling met de kredietkaart is een ...

1. Rechtstreekse betaling
2. Onrechtstreekse betaling

Je kan ongelimiteerd geld uitgeven met een kredietkaart

1. Waar
2. Niet waar

Het geld van je kredietkaart gaat pas later van je rekening. Je kan dus ook betalen met geld dat je op dat moment nog niet hebt.

1. Waar
2. Niet waar

De overschrijving

Hiermee geef je de opdracht om geld over te schrijven van jouw rekening naar de rekening van iemand anders.

Vroeger moest hiervoor dit formulier ingevuld worden:

Online banking

Tegenwoordig doen de meeste mensen hun betalingen/overschrijvingen digitaal, via de gsm, tablet of computer.

Via de computer heb je een kaartlezer nodig en je bankkaart, op de gsm of tablet installeer je de app van de bank.

www.wikifin.be

drive.google.com

Deze heeft altijd hetzelfde bedrag

1. Domiciliëring
2. Doorlopende betalingsopdracht
3. Ik weet het niet

Met een domiciliëring of een doorlopende opdracht, hoef je niet elke maand zelf je betaling te doen.

1. Waar
2. Niet waar
3. Ik weet het niet

Betalen per sms

Sommige diensten kan je betalen via sms: je stuurt een sms naar een bepaald nummer, en het verschuldigde bedrag wordt dan verrekend via je gsm-factuur.

4411: Parkeren

4884: De lijn bus- of tramticket

Met payconiq betaal je snel door een ______ te scannen

1. Barcode
2. QR-code
3. foto
4. weet ik niet

Ken je nog andere betaalmiddelen?