Erfelijkheid les 14b

Erfelijkheid les 4
Beste leerlingen uit klas DHA2A,
Jullie krijgen elke les een aantal uitleg filmpjes te zien. 
Na elk filmpje worden er 1 of 2 meerkeuze vragen gesteld. 
Maak tijdens het kijken van het filmpje aantekeningen. 
Succes!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Erfelijkheid les 4
Beste leerlingen uit klas DHA2A,
Jullie krijgen elke les een aantal uitleg filmpjes te zien. 
Na elk filmpje worden er 1 of 2 meerkeuze vragen gesteld. 
Maak tijdens het kijken van het filmpje aantekeningen. 
Succes!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Deze week zijn we aan de slag met het werkdoel: Eigenschappen erven. Vandaag horen daar de onderstaande leerdoelen bij:
  • Je berekent de kansen op nakomelingen in kruisingssituaties. 
  • Je stelt een kruisingsschema op. 

Slide 2 - Slide

We starten met voorkennis
Probeer de volgende vier vragen te beantwoorden.

Slide 3 - Slide


A
aa
B
Aa
C
AA

Slide 4 - Quiz

Een vrouw met bruine ogen krijgt een kind met blauwe ogen. Het allel B voor bruine ogen is dominant over het allel b voor blauwe ogen. Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
A
BB
B
Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb

Slide 5 - Quiz

Lees de onderstaande tekst. Welke conclusie is op grond van deze resultaten te trekken over de overerving van het allel voor zwarte en het allel voor witte vachtkleur? Er zijn 5 schapen paren gekruist.
Paar A: De witte ooi en de witte ram kregen samen twee witte nakomelingen
Paar B: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen twee witte nakomelingen
Paar C: De witte ooi en de witte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling.
Paar D: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling.
Paar E: De zwarte ooi en de zwarte ram kregen samen twee zwarte nakomelingen

A
Het allel voor zwarte vachtkleur is dominant
B
Het allel voor witte vachtkleur is dominant
C
Je kunt niet zeggen welke eigenschap dominant is
D
Zowel wit als zwarte vachtkleur is dominant

Slide 6 - Quiz

Kruisingen
Bekijk straks het filmpje op de volgende slide of bestudeer de bronnen in de portal bij het werkdoel 'eigenschappen erven'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Samengevat
Per slide wordt nu van elk leerdoel weergegeven wat de belangrijkste informatie is. Werk nu de leerdoelen uit in je aantekeningen. 

Slide 9 - Slide

Kruisingen
Bij een kruising krijgen twee ouders samen nakomelingen.

Een kruisingschema is een overzicht van:
  • Fenotypen en genotypen van ouders
  • De allelen in de geslachtscellen
  • De mogelijke genotypen en fenotypen van de nakomelingen

Hoe je een kruisingschema maakt staat weergeven in de bron op de volgende slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bij rundvee is zwartbont dominant over roodbont. (Zwartbont = Z; Roodbont = z). Wat is de kans op een zwartbont kalf als beide ouders roodbont zijn?
A
0
B
25
C
50
D
100

Slide 12 - Quiz

Krullend haar (A) is dominant boven sluik haar (a). Wat is de fenotypeverhouding in de F1-fase, bij de kruising: Aa * aa?
A
3 krullend haar en 1 sluik
B
2 krullend haar en 2 sluik
C
1 krullend haar en 3 sluik
D
Allemaal krullend haar

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
Bestuderen uit nectar §12.1 en maken opdrachten 1 t/m 18. Pdf staat in de portal. Je levert een word document met daarop de antwoorden in via de inleverknop in magister. 

Slide 14 - Slide