Herhalen thema 6 stevigheid en beweging 3 basis

Herhalen thema 6
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhalen thema 6

Slide 1 - Slide

Ledematen
Schoudergordel
Bekken
Borstkas
Schedel

Slide 2 - Drag question

Het skelet heeft als functie:
A
Stevigheid
B
Beweging
C
Bescherming
D
Vorm

Slide 3 - Quiz

Waaraan levert het skelet GEEN bijdrage?
A
Stevigheid
B
Bescherming
C
Beweging
D
Vertering

Slide 4 - Quiz

Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 5 - Drag question

Wat zijn antagonisten ook al weer?

Neem even de tijd om na te denken of kijk of je het in je boek kunt vinden.

Slide 6 - Mind map

Hebben de botten van bejaarden meer of minder lijmstof dan baby´s?
A
Meer
B
Minder

Slide 7 - Quiz

Kalk is ...
A
Hard en buigzaam
B
Hard en stevig
C
Zacht en stevig
D
Zacht en buigzaam

Slide 8 - Quiz

Hebben de botten van bejaarden meer of minder kalk dan baby´s?
A
Meer
B
Minder

Slide 9 - Quiz

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 10 - Quiz

Kapselband
Gewrichtskogel
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer
Kraakbeen
Gewrichtskapsel

Slide 11 - Drag question

Wat is de functie van
kraakbeen en gewrichtssmeer?
A
Dit houd de botten op hun plek
B
Hierdoor bewegen de botten soepel
C
Hierdoor wordt slijtage tegengehouden

Slide 12 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 13 - Quiz

Welke beenverbinding kun je NIET bewegen?
A
Gewricht
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding

Slide 14 - Quiz


Welke beweging is in de elleboog mogelijk:
A
Een draaiende beweging
B
Buigende en strekkende beweging
C
Een rolbeweging
D
Er is geen beweging mogelijk

Slide 15 - Quiz

Welk type botverbinding is het meest beweeglijk?
A
Naadverbinding
B
Vergroeide wervels
C
Gewrichten
D
Kraakbeen

Slide 16 - Quiz

Bevindt zich tussen de beenderen van je bovenbeen en onderbeen
schedel
twee verbindingen zijn 1 geworden
Wervelkolom
de ribben zijn met borstbeen verbonden

Slide 17 - Drag question

Vraag 1a
1. Als de armbuigspier gespannen is, 
    is de armtrekspier

2. Als de armbuigspier korter wordt, 
    wordt de armtrekspier

3. Als de armbuigspier ontspannen is,
    is de armtrekspier

4. Als de armbuigspier langer wordt, 
     wordt de armtrekspier 
ontspannen
ontspannen
gespannen
gespannen
langer
langer
korter
korter

Slide 18 - Drag question