Start van het schooljaar

1 / 48
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Menu du jour: Les 1
> Frans. Wat heb je nodig?
> Wie ben ik?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Les buts
Ik kan in het Frans verstaan hoe iemand zich voorstelt.
Ik kan mijzelf voorstellen in het Frans.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In het kort... wie ben ik?
Mevrouw Mooi
e-mail: mooi.b@huygens.nl
Ik ben hier:  dinsdag, woensdag donderdag, vrijdag

Magister: voor cijfers en huiswerk
Teams: voor lesmateriaal

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Frans.... Wat neem je mee?
> Werkboek (LET OP! het A-boek!)
> Schrift met lijntjes
> Pen (blauw/zwart)
> Gekleurde pen (om na te kijken)
> Je goede humeur ;)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat verwacht ik?
> Wacht bij de deur tot ik aangeef dat je naar binnen mag.
> Bonjour zeggen bij de deur!
> Bij binnenkomst: ga zitten + pak je spullen
> Je bent op tijd
> Je hebt je spullen mee!
> Je komt voorbereid naar de les (huis/leerwerk)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat vind ik belangrijk?
> Kaugom 
> Taalgebruik
> Petten en jassen
> Telefoons
> Eten & drinken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je verwachten van mij?
> Je mag alles vragen over Frans (met vinger opsteken ;)
> Ik hou van uitleggen! (ook al is dit 10 keer!)
> Ik praat veel Frans in de les ......
> Ik kijk je toets zo snel mogelijk na
> Je mag mij altijd een berichtje sturen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat nu?
> Je ziet allemaal plaatjes die betrekking hebben op mij....
> bedenk voor jezelf welke vragen (in het Frans) bij de plaatjes horen.  Noteer deze in je schrift (5 min)
> vergelijk de vragen met je buurman/vrouw 
(10 min) / maak die je niet weet, samen.
> En dan........vraag maar raak! :) 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

> Denken-delen- uitwisselen 
Qui suis-je?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Qui suis-je?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Avec qui suis-je mariée ?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Depuis quand suis-je mariée ?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

J'habite où?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

C'est quoi ma nationalité? / Quelle est ma nationalité ?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Quel âge ai-je ? / j'ai quel âge?(reponds en chiffres)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Quels sont mes hobbies ?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Où j'ai été en vacances ?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Avec qui j'ai été en vacances?

écrivez leur prénom, virgule (komma), prénom

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Quel temps faisait-il ?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Qu'est-ce que j'ai fait pendant mes vacances ?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Et toi?

Tu es qui?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Menu du jour: Les 1
> Wie ben jij?
> uitleg collage / presentatie  
> les 1 van 3 
> faire une présentation

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Les buts
Ik kan in het Frans verstaan hoe iemand zich voorstelt.
Ik kan mijzelf voorstellen in het Frans.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

C'est à toi!
> Je gaat een eigen collage maken (digitaal of niet) over JOUW en jezelf voorstellen in het Frans!
>Je krijgt 3 lessen op school!
> Daarna presenteert iedereen zijn product in het Frans.
> Bekijk goed de eisen op de volgende Dia!!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ta présentation
> Duurt maximaal 2 minuten
> Is helemaal in het Frans
> De uitspraak klopt (5 punten)
> met een spiekbriefje met 5 Nederlandse steekwoorden (havo)  
> Wordt ondersteund door een product (digitaal of niet)   (2 punten)
> Voldoet aan de inhoudelijke eisen (2 punten)
> Is een presentatie (interactie, begroeting en afsluiting)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Inhoudelijke eisen:    
Je vertelt ......
> Je voor- en achternaam
> Je woonplaats + land
> Je leeftijd
> Je familie
> Je nationaliteit
> Je sport/hobby
> Over je vakantie

> Waar je bent geweest
> Met wie
> Hoe het weer was
> Hoe ben je daar gekomen (vervoersmiddel)
> Hoe lang je bent gebleven
> Wat je hebt gedaan

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?
> Leeftijd? -> avoir?
> passé composé
> sporten + jouer 
> sporten + faire
> Landen en steden
mannelijk, vrouwelijk, meervoud?
> Vervoersmiddelen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?: Praten over sport/hobby




Faire + de -> sporten met "le"= du
                         -> sporten met "la"= de la
                         -> sporten met "les"= des
                         -> sporten met "l'" = de l'

Jouer + au  -> sporten met "le"= au 
                         -> sporten met "la"= à la 
                         -> sporten met "les"= aux 
                         -> sporten met "l'" = à l'

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

                             Je parle de mes vacances


> être / aller + au/en/aux/à.....+ "le / la / les land"/ eiland/stad.

> faire + du/de la/ de l'..........+ le / la / l' sport of activiteit.


> être / aller + au /à la / à l' + le / la / l' plek.

> manger / regarder /etc..un / une / des + le / la / les  zelf. naamwoord




Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

          Les buts
> Presentatie afmaken
> ik weet waarop/hoe ik beoordeeld ga worden
> ik weet hoe ik in het Frans over het weer kan vertellen 
> ik weet welke voorzetsels er gebruikt worden bij vervoersmiddelen 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

     Menu du jour: 
> overhoring avoir, être, faire
> expliquez le passé composé
> start maken presentatie

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

     Menu du jour: 
> overhoring avoir, être, faire

www.socrative.com 
> student login
> inloggen met je eigen naam
> Roomname: 
    MOOI5001 = avoir
    MOOI5000 = être 
    MOOI5002 = Faire
timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?: Passé composé




Passé composé bestaat uit TWEE
Hulpwerkwoord (avoir of être) + voltooid deelwoord
Hoe maak je een voltooid deelwoord?
werkwoord - er + é
bijvoorbeeld: regarder = regardé
Dus... j'ai regardé = ik heb gekeken
Avoir of être?
Werkwoord uit het huis van être MET être!
> actie in het verleden die afgerond/klaar is

vb: vanmorgen heb ik mijn tanden gepoetst

> ik doe het niet nu meer

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

persoonlijk voornaamwoord

hebben of zijn
avoir 

Voltooid deelwoord

ww op -er = -er + é
ww op -ir = -ir + i
ww op re = -re + u
regarder = regardé
finir       = fini
vendre   = vendu


Passé composé = 
ik
je/j'
jij
tu
hij/zij/men/wij
il/elle/on
wij
nous
jullie/u
vous
zij
ils/elles
ai
as
a

avons
avez
ont

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

persoonlijk voornaamwoord

hebben of zijn
 être

Voltooid deelwoord



+ akkoord 

vrouwelijk ? = + e
meervoud? = + s


Passé composé = 
ik
je/j'
jij
tu
hij/zij/men/wij
il/elle/on
wij
nous
jullie/u
vous
zij
ils/elles
suis
es
est

sommes
êtes
sont

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

être gebruikt?

vrouwelijk? + e
meervoud? + s

bij het voltooid deelwoord

Let op: onregelmatige werkwoorden

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Inhoudelijke eisen:    
Je vertelt ......
> Je voor- en achternaam
> Je woonplaats + land
> Je leeftijd
> Je familie
> Je nationaliteit
> Je sport/hobby
> Over je vakantie

> Waar je bent geweest
> Met wie
> Hoe het weer was
> Hoe ben je daar gekomen (vervoersmiddel)
> Hoe lang je bent gebleven
> Wat je hebt gedaan

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Le temps
>  praat je over het weer in het frans? = altijd met het werkwoord 'faire' --> il fait of il faisait (in de verledentijd)

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Landen en steden
>  la -> en, bijvoorbeeld la France wordt en France (naar Frankrijk)
> le -> au, bijvoorbeeld le Portugal wordt au Portugal
 > les -> aux, bijvoorbeeld les Pays-Bas wordt aux Pays-Bas
> Is het een stad -> à, bijvoorbeeld Paris wordt           à Paris

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Vervoersmiddelen
> Zit er een dak op? (auto, bus, vliegtuig... etc.) = en 
vb: en voiture, en avion

> Voertuig zonder dak? (fiets, lopend.... etc.) =
 à 
 bijvoorbeeld: à vélo, à pied

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Tu prépares des questions
1: Hallo, hoe is het?
2: Hoe heet jij?
3: Hoe oud ben jij?
4: Waar woon jij?
5: Waar houd jij van?/ ben je dol op?
6: Ben je Frans?
7: In welke klas zit jij?
8: Heb jij een broer?
9: Heb jij een zus?
10: Heb jij een hond?
11: Hoe is jouw moeder?
12: Hoe is jouw opa?
  1. Bonjour (comment) ça va?
  2. Comment tu t'appelles?
  3. Tu as quel âge?
  4. Tu habites où?
  5. Qu'est-ce que tu aimes / adores?
  6. Tu es français / française?
  7. Tu es en quelle classe?
  8. Tu as un frère?
  9. Tu as une soeur?
  10. Tu as un chien?
11: Comment est ta mère?
12: Comment est ton grand père?
timer
20:00

Slide 48 - Slide

Als de leerlingen genoeg tijd gehad hebben om de vragen voor te bereiden kan de docent het nakijkmodel laten zien!