Woche 2 Stunde 1

Je mag je telefoon bij je houden.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Je mag je telefoon bij je houden.

Slide 1 - Slide

Lernziel
- Du kannst die Verben: haben und sein konjugieren.

Slide 2 - Slide

Programm
  • WOOTS erklären
  • Wiederholung Grammatik
  • Hausaufgaben korrigieren
  • Grammatik erklären
  • Hausaufgaben machen

Slide 3 - Slide

Woots
Je krijgt iedere week een 'Skill level' om te maken.

  • De kijk en luistertoets is op niveau 2.
  • Niveau 1 zit net onder en niveau 3 net boven het niveau van de kijk- en luistertoets.
  • Per week wijs ik je een niveau toe dat je mag maken.
  • Heb je 3x niveau 3 met meer dan 75% afgesloten? Dan hoef je de oefeningen niet meer te maken.


Slide 4 - Slide

Woots
Om je aan te melden bij Woots en het skill level voor deze week te maken, zet je de volgende stappen:
  • open Microsoft Edge
  • ga naar https://woots.nl/users/sign_in
  • klik op “Inloggen met Entree” - “Selecteer school” > Christiaan Huygens College
  • log in op Magister
  • ga naar de map “4V Duits MKOC"

Slide 5 - Slide

Voor een chocolaatje:

Slide 6 - Slide

Wiederholung Grammatik
Sleep de uitgangen van de tegenwoordige tijd naar het juiste vakje.

Zwakke werkwoorden

Slide 7 - Slide

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie
Zwakke werkwoorden
stam + en
stam + en
stam + st
stam + t
stam + e
stam + t

Slide 8 - Drag question

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie
Stam eindigt op sis-klank
stam + en
stam + en
stam + t
stam + t
stam + e
stam + t

Slide 9 - Drag question

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie
Stam eindigt op -d of -t
stam + en
stam + en
stam + et
stam + et
stam + e
stam + est

Slide 10 - Drag question

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie
öffnen, rechnen, atmen
stam + en
stam + en
stam + et
stam + et
stam + e
stam + est

Slide 11 - Drag question

Wiederholung Grammatik
Kies juiste vorm van de verleden tijd.

Zwakke werkwoorden

Slide 12 - Slide

(streicheln) Marianne ___ die Ziegen im Streichelzoo.
A
streichelt
B
streichelte
C
streicheltet
D
streichelete

Slide 13 - Quiz

(retten) Ihr ___ den Hund aus dem Wasser.
A
Rettet
B
Rettete
C
Rettetet
D
Rettetete

Slide 14 - Quiz

(rechnen) Dein Vater ___ nicht mit uns.
A
rechnt
B
rechnet
C
rechnete
D
rechnetet

Slide 15 - Quiz

(spielen) ___ Sie früher Fußball, Herr Meyer?
A
Spielte
B
Spieltet
C
Spielteten
D
Spielten

Slide 16 - Quiz

(hören) Wir ___ nicht, wie sie reinkam.
A
hörten
B
hören
C
höreten
D
horten

Slide 17 - Quiz

Wiederholung Grammatik
Vul de juiste vorm van de voltooid deelwoord in.

Zwakke werkwoorden

Slide 18 - Slide

Was hast du alles in der Schule ___?
(machen)

Slide 19 - Open question

Meine Mutter hat sehr lange ___.
(telefonieren)

Slide 20 - Open question

Er hat 30 Jahre bei dieser Firma ___.
(arbeiten)

Slide 21 - Open question

Für diese Studie haben wir 100 Leute ___. (befragen)

Slide 22 - Open question

Der Hund hat den Knochen im Garten ___. (verstecken)

Slide 23 - Open question

Wiederholung Grammatik
Vul de juiste vorm van de verleden tijd en het voltooid deelwoord in.

Sterke werkwoorden

Slide 24 - Slide

Wiederholung Grammatik
Voorbeeld:
Er staat: helfen

Je vult in: half, geholfen

let op de:
komma + spatie

Slide 25 - Slide

bleiben

Slide 26 - Open question

essen

Slide 27 - Open question

lesen

Slide 28 - Open question

reiten

Slide 29 - Open question

ziehen

Slide 30 - Open question

Hausaufgaben korrigieren

Slide 31 - Slide

haben
ich
habe
hatte
du
hast
hattest
er/ sie/ es
hat
hatte
wir
haben
hatten
ihr
habt
hattet
sie/ Sie
haben
hatten

Slide 32 - Slide

sein
ich
bin
war
du
bist
warst
er/ sie/ es
ist
war
wir
sind
waren
ihr
seid
wart
sie/ Sie
sind
waren

Slide 33 - Slide

werden
ich
werde
wurde
du
wirst
wurdest
er/ sie/ es
wird
wurde
wir
werden
wurden
ihr
werdet
wurdet
sie/ Sie
werden
wurden

Slide 34 - Slide

Voltooid deelwoord
sein
haben
werden
Ich bin geworden
Ich habe gehabt
Ich bin geworden
Du bist geworden
Du hast gehabt
Du bist geworden

Slide 35 - Slide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe zur Grammatik 3 - haben und sein

Lernen:
Aantekening 1 bis 3

Slide 36 - Slide