Voltooid deelwoord 1e les

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is eigenlijk een zwak werkwoord?

Slide 2 - Mind map

Wat is eigenlijk een voltooid deelwoord?

Slide 3 - Mind map

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 4 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:

GE + STAM + ET

Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.

Slide 5 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 6 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 7 - Slide

Wat valt je op aan deze zinnen?
Wir haben es gestern schon gehört. 
Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 
Was hast du fotografiert?
Wir haben den Zoo besucht. 

Slide 8 - Slide

Stappenplan
Om welk werkwoord gaat het?
1. Plaats dit werkwoord naar het einde van de zin en maak er als volgt een voltooid deelwoord van:
2. Wat is de stam van het werkwoord?
3. Eindigt de stam op –T, -D of het werkwoord op–IEREN? Zo ja, ga naar stap 4 of 5.
     Zo nee, regel: GE + STAM + T
4. Eindigt de stam op: -T of –D, regel: GE + STAM + ET. 
5. Eindigt de stam op –IEREN, regel: STAM+T

6. Voeg het juiste hulpwerkwoord toe.

Slide 9 - Slide

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 11 - Open question

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 12 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 13 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 14 - Open question