Blok 1 Frankrijk

Blok 1 Frankrijk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Blok 1 Frankrijk

Slide 1 - Slide

1. (1p) Stelling:
In de tijd van Lodewijk de XIV, betaalde de geestelijken en edelen geen belasting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

2. (1p) In een grondwet staat?
A
Dat het volk zelf mag regeren.
B
Dat de standenmaatschappij wordt afgeschaft.
C
Hoe het land bestuurd moet worden.
D
Staan de rechten en plichten van het volk.

Slide 3 - Quiz

3. (1p) Een revolutie is...
A
Wanneer mensen in opstand komen.
B
Grote en snelle verandering.
C
Wanneer je niet tevreden bent met de koning.
D
Alle antwoorden zijn JUIST.

Slide 4 - Quiz

5. (1p) De manier van besturen waarbij de koning alle macht heeft?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Rechtsstaat
D
Absolutisme

Slide 5 - Quiz

4. (3p) Welke drie standen had de standenmaatschappij in Frankrijk?
(schrijf ook de nummers erbij)

Slide 6 - Open question

6. (1p) In welke jaar ontstond de Franse revolutie?
A
1789
B
1799
C
1815
D
1848

Slide 7 - Quiz

7. (2p) Noem twee redenen waarom de derde stand ontevreden was met de koning?

Slide 8 - Open question

8. (3p) Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
Hoort er wel bij
Hoort er niet bij
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 9 - Drag question

9. (2p) Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Franse veroveren Nederland
Napoleon grijpt de macht
Grondwet in Frankrijk
Franse revolutie

Slide 10 - Drag question

10. (3p) Welke drie nieuwe dingen voerde Napoleon in toen hij de baas was in ons land?

Slide 11 - Open question

11. (2p) Lees de tekst in de bron. Welk begrip past het best bij
deze tekst? Leg je antwoord uit aan de hand van de bron.

Slide 12 - Open question

12. (1p) Door welke gebeurtenis kwam er een eind aan de vrijheid in Frankrijk?
A
De Franse revolutie
B
Napoleon kwam aan de macht
C
Afschaffing van de standenmaatschappij
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 13 - Quiz

13. (1p) Lodewijk XIV kon doen en laten wat hij wilde. Het volk kwam in eerste instantie niet tegen hem in opstand. Hoe verantwoordde (= uitleggen) Lodewijk XIV zijn macht?

Slide 14 - Open question

14. (2p) Dankzij de Franse Revolutie werden overal in Europa mensenrechten opgenomen in de grondwetten. Helaas worden de mensenrechten nog steeds geschonden in sommige landen. Lees de verhalen en sleep het mensenrecht dat wordt geschonden naar het juiste verhaal.
In Irak werden in 2008 op zijn minst zevenendertig medewerkers van de Irakese radio en tv vermoord vanwege de uitspraken die zij hadden gedaan over de Irakese regering.
IIn 2008 hielden de Amerikaanse autoriteiten 270 gevangenen vast in Guantanamo Bay, Cuba, zonder officiële aanklacht of rechtszaak, en onderwierp ze aan ʻwater-boardingʼ, een vorm van martelen die verdrinking nabootst.
In Ghana worden kinderen van 5 tot 14 bedrogen met valse beloften over onderwijs en toekomst als ze gevaarlijke, onbetaalde banen aannemen in de visindustrie.
In het Aziatische land Myanmar zijn de meeste mensen Boedistisch. Ook woont er een kleine Moslimminderheid. Sinds 2015 zijn veel moslims uit Myanmar gevlucht vanwege geweld tegen hen.
Recht op vrijheid van Meningsuiting
Recht op vrijheid van Godsdienst
Recht op een eerlijke rechtszaak
Niemand heeft het recht jou tot slaaf te maken

Slide 15 - Drag question

15. (3p) Wat waren de drie kernwoorden (de slogan) van de Franse Revolutie?

Slide 16 - Open question

16. (2p) Na de Franse Revolutie werd de standenmaatschappij afgeschaft. Welke van de drie kernwoorden van de Revolutie past het best bij deze maatregel? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question

17. (2p) Lees de bron. Welk mensenrecht geldt volgens de Taliban niet voor dit meisje?
Leg ook uit waarom deze manier van denken niet geaccepteerd wordt volgens de
Nederlandse grondwet.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide