9.3 & 9.4 Rekenen met procenten (korting & betalen)

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 9

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Welke doelen stonden centraal?

Wat weten we er nog van?

50%

1. de helft
2. een kwart
3. driekwart
4. een tiende

Hoeveel procent is gekleurd?

1. 100%
2. 25%
3. 75%
4. 50%

1. 1/5
2. 1/4
3. 3/4
4. 1/2

Doelen 

Vorige les: 

- Je kan procenten als breuk schrijven.

- Je schrijft geheel, de helft, kwart en driekwart als procenten.

Doelen 

Deze les: 

- Ik ken de deelsom bij 10%, 20%, 25% en 50%.

- Ik kan korting uitrekenen.

- Ik weet wat er over blijft om te betalen

Succescriteria

Ik ken de tafel van 2, 4, 5 en 10. 

Teken de breuken 1/2, 1/4, 1/5 en 1/10

Gebruik de breukendoos

Dit gaat al goed bij mij.

Ik ken de deeltafels 2,4,5 en 10.

Ik kan heel, kwart, driekwart en helft schrijven.

Ik ken het verschil tussen korting en wat je moet betalen.

Poeh, alles moeilijk!

Korting uitrekenen

Stap 1: Welke breuk hoort er bij het percentage %?

Stap 2: Maak een deelsom

Wat moet je betalen?

Stap 1: Welke breuk hoort er bij het percentage %? 

Stap 2: Maak een deelsom

Stap 3: Maak een minsom: 

Bedrag - korting = wat je moet betalen

Zelfstandige verwerking

Studiemeter: Hoofdstuk 9 Alle oefeningen. Oefentoets & Eindtoets.

Boek: Alle opdrachten.

Volgende keer: 

Rekenen met procenten

Ik maak een deelsom bij 10, 20, 25 en 50%

Snelle afsluiter?

Controleer opdracht 10.