A1/ A2 Zinsvolgorde + meervoud

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Fijn dat je er bent!

Goedemorgen!

Fijn dat je er bent. 

Lesprogramma vandaag:

1. Terugblik

2. Zinsvolgorde - meervoud

3. Boggle

4. Zelfstandig werken Taalcompleet

5. Reflectie

6. Vooruitblik

Dit schrijf je ook op het bord en geef je in de slides ook weer

1. Vorige les:

Denkvierkanten; omschrijven en vergelijken

Werkwoordvervoeging

Zelfstandig werken Taalcompleet

Dictee thema 3

Berkay?

Maak connectie met deze les

Lesdoelen: Na deze les ...

• ken ik meer Nederlandse woorden
• weet ik de zinsvolgorde van een zin
• weet ik hoe ik het meervoud kan maken
• heb ik gepland wat ik thuis ga doen

Hou het bij max. 3

2. Zinsvolgorde

A1. 3.13

Zet de zin in de goede zinsvolgorde.

1

2

3

4

5

De hond

loopt

snel

naar huis

toe

Zet de zin in de goede zinsvolgorde.

1

2

3

4

5

Ik 

wil 

Morgen

in de pauze

Een ijsje kopen

fclive-my.sharepoint.com

3.13

2. Enkelvoud/ meervoud

5.6

Oefenen

Met juf Melis

Schrijf de meervouden op:

www.jufmelis.nl

3 Boggle:

1. Maak zoveel mogelijk woorden binnen de tijd
2. Maak de woorden zo lang mogelijk

Maak een zo lang mogelijke zin met de gevonden woorden

www.wordplays.com

Ik snap alles!

😒🙁😐🙂😃

4. Taalcompleet

Heb je je doel bereikt? (= geplande huiswerk af)

Hoe zorg je ervoor dat je je doel bereikt?

 

Vragen over het huiswerk?

Tijd om zelfstandig te werken tot:          uur

leren.kleurrijker.nl

Woordle:

Zoek het juiste woord

wordlegame.org

Beter spellen:

Beantwoord 4 vragen op niveau 1 F

Lesdoelen: Na deze les ...

• ken ik meer Nederlandse woorden
• weet ik hoe ik regelmatige werkwoorden vervoeg
• kan ik verschillende werkwoordvervoegingen maken
• heb ik gepland wat ik thuis ga doen

Hou het bij max. 3

1 nieuw woord
1 ding dat je geleerd hebt vandaag
1 vraag

www.beterspellen.nl

Sluiting en vooruitblik:

Huiswerk?

Extra uitleg van?

Enkelvoud- meervoud

Zinsvolgorde

Presentie:

Vergeet niet je handtekening op de lijst te zetten!

Op Bord:

• Programma
• Wachtwerk

Een zin bestaat uit woorden.

Wie / wat   =  onderwerp

werkwoord  =  persoonsvorm

lidwoord = de het een

zelfstandig naamwoord

Wie  /  Wat

Wie is een  mens of dier,  bijvoorbeeld: jij, u, hij, papa, mijn broer....

Wat is een ding, bijvoorbeeld: het huis, een trein ....