3Ha un4 A3 en oefenen

Bonjour H3a!
Ga rustig zitten.
Leg je spullen op tafel.
Log in bij Lessonup.
We beginnen met het herhalen van de lesstof.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour H3a!
Ga rustig zitten.
Leg je spullen op tafel.
Log in bij Lessonup.
We beginnen met het herhalen van de lesstof.

Slide 1 - Slide

le programme de mardi
  • révision Carte Orange A3/A7 + présentation
  • DELF: j'aime / je n'aime pas

Slide 2 - Slide

Wat kun je zeggen als je een afspraak wilt accepteren?
A
J'ai cours.
B
On peut remettre le rendez-vous?
C
Je voudrais bien te rencontrer.
D
Je regrette, c'est trop tôt.

Slide 3 - Quiz

Wat heeft NIETS te maken met iemand uitnodigen?
A
Est-ce qu'on apporte quelque chose?
B
Vous êtes tous invités.
C
Tu voudrais venir avec nous?
D
On se voit à six heures?

Slide 4 - Quiz

Maak een Franse zin waarmee je een afspraak afwijst.

Slide 5 - Open question

C'est quand?
C'est où?
C'est à quelle heure?


C'est à la Place Grenette.


C'est vendredi.


C'est à midi.

Slide 6 - Drag question

Welke zin is NIET goed?
A
Je m'appelle Carola.
B
Je suis 15 ans.
C
J'habite à Weesp.
D
Je parle néerlandais.

Slide 7 - Quiz

4
14
40
24
80


quatre


quatorze


vingt-quatre


quarante


quatre-vingts

Slide 8 - Drag question

l'école

Slide 9 - Mind map

Vertel in het Frans aan welke sport je doet of wat je hobby is.

Slide 10 - Open question

Wat is op jou van toepassing?
A
Mijn presentatie is helemaal af.
B
Ik heb alleen de zinnen af.
C
Ik heb alleen de powerpoint af.
D
Ik heb nog niks helemaal af.

Slide 11 - Quiz

Vertel in het Frans wat je wel of niet leuk vindt.

Slide 12 - Open question

Je mag zachtjes overleggen met degene naast je.
  • Faire exercice 24 (WB 111-112 / TB 45 + A7)
  • Traduire exercice 25 (WB 112-113)
  • Quizlet A3 + A7

timer
10:00

Slide 13 - Slide

Vertellen wat je  (niet) leuk vindt
Na de werkwoorden aimer, adorer, détester en préférer
komt een bepaald lidwoord of een infinitief:

J'aime le français.                           J'aime parler français.
J'adore la danse.                              J'adore danser.
Je déteste les chips.                      Je déteste manger.
Je préfère l'hôtel.                             Je préfère dormir dans un hôtel.

Slide 14 - Slide

Extra oefening
  • Maak  twee zinnen waarin je eerst aangeeft wat je niét leuk vindt en daarna wat je wél leuk vindt.
  • Maak  twee zinnen waarin je eerst aangeeft wat je niét leuk vindt en daarna wat je liever doet.

>>> Kijk goed naar de voorbeelden
>>> Kies steeds andere activiteiten/dingen. 
timer
5:00

Slide 15 - Slide

herhaling 
--     = je déteste                      Ronde 1: 
-       = je n'aime pas                Vertel waar Corentin (niet) van houdt.
+       = j'aime                              Ronde 2:
++     = j'aime beacoup          Vertel waar Gabriel (niet) van houdt.
+++   = j'adore
timer
1:00

Slide 16 - Slide

extra oefening  
Stel elkaar daarna om de beurt een vraag.
Beantwoord de vragen van je klasgenoot.
Maak hele zinnen.
timer
10:00

Slide 17 - Slide

les devoirs
dinsdag 21 mei
leren A7 Fr>Ne en Ne>Fr
maken 24 + vertalen 25

Pas je minispreekbeurt aan met zinnen waarin je vertelt wat je leuk vindt, niet leuk vindt of liever hebt. 



Slide 18 - Slide