1. Wat is de meest voorkomende oogkleur ter wereld?
a. Blauw
b. Bruin
c. Groen
d. Grijs
2. Nagels kun je knippen, lakken of bijten, maar hoeveel groeit een vingernagel gemiddeld per week?
a. 0,1 mm
b. 0,7 mm
c. 1,1 mm
d. 1,0 cm
3. Muggen en verpleegkundigen prikken om je bloed te krijgen, maar hoeveel liter bloed heeft een volwassene gemiddeld eigenlijk?
a. 2 liter
b. 7 liter
c. 5 liter
d. 3 liter
4. Waaruit bestaan je hersenen vooral?
a. Vet
b. Vocht
c. Zenuwcellen
d. Aders
5. Je hart. Wat doet dat eigenlijk?
a. Het zorgt voor zuurstoftoevoer
b. Het hart maakt het bloed schoon
c. Het hart pompt het bloed rond in je lichaam
d. Het hart heeft geen functie
6. Hoe hard kun je niezen? (Tip: dit kan je een fikse boete opleveren als je zo snel rijdt)
a. 100 kilometer per uur
b. 200 kilometer per uur
c. 300 kilometer per uur
d. 400 kilometer per uur
7. Je lichaam beweegt door spieren en botten, maar hoe heten de scharnierpunten tussen 2 botten?
a. Gewrichten
b. Scharnieren
c. Vezels
d. Pezen
8. Weet je hoeveel botten een volwassen mens heeft? (Weetje: een baby heeft er meer, want sommige groeien nog aan elkaar)
a. 206
b. 500
c. 703
d. 1000
9. Je hebt veel bloedvaten. Hoever kom je als je ze allemaal achter elkaar legt?
a. 100 kilometer
b. 1000 kilometer
c. 10.000 kilometer
d. 100.000 kilometer
10. Hoeveel spieren gebruik je om 1 stap te zetten?
a. 5 spieren
b. 100 spieren
c. 200 spieren
d. 500 spieren
11. Hoeveel water zit er ongeveer in het lichaam van een volwassen mens?
a. 10%
b. 25%
c. 40%
d. 70%
12. Hoeveel liter bloed kunnen de nieren per dag filteren?
a. 10 tot 50 liter
b. 50 tot 100 liter
c. 100 tot 150 liter
d. 150 tot 200 liter
13. Je eten maakt een reis van 7 meter door je lichaam, maar welk orgaan wordt na het eten 3x zo groot?
a. Maag
b. Slokdarm
c. Mond
d. Lever
14. Wanneer gaat je hart sneller kloppen?
a. Wanneer je op je hart let
b. Bij spanning en inspanning
c. Als je rust
d. Als je een boek leest
15. In welk lichaamsdeel vind je een hamer, aambeeld en een stijgbeugel?
a. Oor
b. Neus
c. Keel
d. Knie
16. Kanker kan overal zitten, maar astma is een ziekte die alleen zit in…:
a. je lever
b. je hart
c. je longen
d. je darmen
Antwoorden:
1 B
2 B
3 C
4 B
5 C
6 B
7 A
8 A
9 D
10 C
11 D
12 D
13 A
14 B
15 A
16 C