H3 Landschappen van Afrika - Par 2 Breedteligging, temperatuur en neerslag - les 1 en 2

H3.1 Breedteligging, temperatuur en neerslag
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3.1 Breedteligging, temperatuur en neerslag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe de breedteligging van een gebied invloed heeft op de temperatuur in dat gebied.
  2. Je kunt uitleggen hoe in het gebied rond de evenaar neerslag ontstaat.
  3. Je kunt uitleggen hoe vegetatiezones ontstaan door verschillen in temperatuur en neerslag en waar deze vegetatiezones op aarde voorkomen.
  4. Je kunt uitleggen hoe vegetatiezones ontstaan door verschillen in temperatuur en neerslag en waar deze vegetatiezones op aarde voorkomen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vegetatiezones
De temperatuur en de hoeveelheid neerslag in een gebied hebben invloed op de plantengroei. Sommige planten kunnen goed tegen warmte of droogte, andere kunnen beter tegen kou.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De vegetatiezones in Afrika
Welke lijn weergeeft deze tekening het best?
A
B

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

B48 Breedteligging en temperatuur
Wat is opvallend aan deze foto?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Luchtstreken
Op basis van de gemiddelde temperatuur kun je de aarde indelen in drie luchtstreken: de tropen, de gematigde zone en de poolstreken.
Warm + veel regen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Breedteligging
Breedteligging en temperatuur

Slide 7 - Slide

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

Breedteligging
1
Op hogere breedte is het kouder omdat de zon schuiner instraalt en dus een groter oppervlak moet verwarmen.
2
Op hogere breedte is het kouder omdat de zonnestralen een langere weg door de atmosfeer afleggen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1
hoge/lage breedte?
2
hoge/lage breedte?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoger de breedtegraad, hoe kouder het wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De atmosfeer = de dampkring
De atmosfeer is de luchtlaag om de aarde heen. 

Door deze atmosfeer is de temperatuur perfect op aarde voor al het leven.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoger, hoe kouder
Zonnestralen verwarmen eerst de grond en dan de lucht boven de grond. Onze atmosfeer wordt dus van onder opgewarmd.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

B57 Neerslagfactoren
Hoe onstaat neerslag?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fase-overgangen
1
2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

B57 Neerslagfactoren
1. Lucht (met waterdamp erin) warmt op.
2. Lucht stijgt op.
3. Lucht koelt af (hoe hoger, hoe kouder).
4. Waterdamp condeseert (waterdamp --> druppels)
5. Ontstaan wolken.
6. Neerslag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Stijgingsregen
  • Evenaar > altijd warm > warme lucht stijgt op > koelt af > kan minder waterdamp bevatten > stijgingsregen
  • Gebieden met stijgingsregens zijn goed te herkennen op een wereldkaart.
Hoe herkennen we stijgingsregen op deze kaart?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

A
B
C
gematigde luchtstreek
polaire luchtstreek
tropische luchtstreek

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

groot oppervlak wordt verwarmd
hoge temperaturen op lage breedte
hoge zonnestand
kleine invalshoek
kleine schaduw
lage temperaturen op lage breedte

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Hoe ontstaat neerslag? Zet de zinnen in de goede volgorde.
De lucht koelt af.
Er ontstaat neerslag.
De lucht stijgt op.
De waterdamp condenseert.
Warme lucht bevat waterdamp.
Er ontstaan wolken.

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

B72 Klimaatdiagram

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe de breedteligging van een gebied invloed heeft op de temperatuur in dat gebied.
  2. Je kunt uitleggen hoe in het gebied rond de evenaar neerslag ontstaat.
  3. Je kunt uitleggen hoe vegetatiezones ontstaan door verschillen in temperatuur en neerslag en waar deze vegetatiezones op aarde voorkomen.
  4. Je kunt uitleggen hoe vegetatiezones ontstaan door verschillen in temperatuur en neerslag en waar deze vegetatiezones op aarde voorkomen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions