Voorwaarden voor ontvankelijkheid voor natuurlijke personen, art 34 en 35 EVRM:
Een aantal belangrijke voorwaarden om te kunnen worden ontvangen door het Hof in de klacht zijn:
- Klacht moet
gericht zijn tegen een publieke instantie (wetgever, administratieve overheid, rechterlijke instantie). Klachten tegen personen of particuliere organisaties worden niet door het EVRM in behandeling genomen.
- Moet zijn ingediend binnen 4 maanden nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Dit laatste betekent dat er doorgeprocedeerd moet zijn tot aan de hoogste internationale instantie (voor civiele zaken de Hoge Raad en voor administratieve zaken de Raad van State en Centrale Raad van Beroep).
- De beweerde schending moet betrekking hebben op één of meer rechten die genoemd worden in het Verdrag. Het
Hof kan geen klachten onderzoeken over schendingen van andere rechten dan die in het Verdrag staan, die kennelijk ongegrond zijn of misbruik van het recht betekenen;
- De klager moet direct getroffen zijn door het besluit, handelen of nalaten. Hij moet dus slachtoffer zijn;
- Ten tijde van de klachtwaardige gebeurtenis moet de betreffende Staat het verdrag geratificeerd hebben;
- Er moet sprake zijn van een ‘significant disadvantage’: het mag niet gaan om een bagatelklacht (een ondergeschikt belang);