a3 ws oefentoets

Oefentoets woordenschat
Toets vrijdag
2e uur of 6e uur
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets woordenschat
Toets vrijdag
2e uur of 6e uur

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Verder
Homerische vergelijking= uitvoerige beschrijving van het beeld, (bijna) altijd "Zoals een ......, zo ...."
Asyndetische vergelijking = vergelijking zonder 'zo...als'
Synesthesie = twee zintuigelijke kenmerken aan elkaar verbinden.

Slide 15 - Slide

Noem een synoniem voor
manco

Slide 16 - Open question

Noem een synoniem voor
penetrant

Slide 17 - Open question

Noem een synoniem voor
consumeren

Slide 18 - Open question

Wat betekent
zout in de wonden strooien?
A
iets vervelends nog erger maken
B
een onaangename zaak moeten verrichten
C
veel zin in eten krijgen
D
; geen informatie of aanwijzingen hebben om zich een oordeel te kunnen vormen

Slide 19 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Zaterdag liep Deventer uit om het kampioenschap van de Eagles te vieren.
A
metafoor
B
metoniem
C
asyndetische vergelijking
D
homerische vergelijking

Slide 20 - Quiz

Wat herken je hier?
De havik kan met zijn scherpe blik een prooi zien vanaf grote hoogte.
A
homerische vergelijking
B
asyndetische vergelijking
C
synesthesie
D
metafoor

Slide 21 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Zoals een oude eik, door slagregens en gure
herfststormen ruw gegeseld en meedogenloos
beroofd van zijn dor loof, het zwaar krijgt te verduren, zo bleef hij nog een poos manhaftig zich verweren
A
homerische vergelijking
B
asyndetische vergelijking
C
synesthesie
D
personificatie

Slide 22 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Je zit erbij als een zoutzak.
A
vergelijking
B
metafoor
C
metoniem
D
asyndetische vergelijking

Slide 23 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
De politicus probeerde zijn publiek te overtuigen met zouteloze praatjes.
A
metafoor
B
metoniem
C
asyndetische vergelijking
D
synesthesie

Slide 24 - Quiz

Maak een zin waarin je een asyndetische vergelijking verwerkt.

Slide 25 - Open question

Noem een synoniem voor
kentering

Slide 26 - Open question

Noem een synoniem voor
linguïst

Slide 27 - Open question

Noem een synoniem voor
monter

Slide 28 - Open question

Wat betekent
paal en perk stellen aan
A
iemand of iets uitsluiten
B
beperken
C
er is iets ergs gebeurd en de gevolgen zijn niet meer tegen te houden
D
de ontwikkeling is niet meer tegen te houden

Slide 29 - Quiz

Wat herken je in deze zin
Jouw nieuwe vriendin is een aardig en prettig meisje.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 30 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Kledinghuis de menselijke maat geeft bij die actie gratis T-shirts weg.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 31 - Quiz

De jury vroeg of ik exact wilde vertellen hoe alles precies was gegaan.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie

Slide 32 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Wij moeten deze opdracht overnieuw doen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
de zin is correct

Slide 33 - Quiz

Wat herken je in deze zin?
Ik zal voor iedereen die het wil de zin nog een keer langzaam herhalen.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
deze zin is juist

Slide 34 - Quiz

Maak nu zelf een zin met een tautologie.

Slide 35 - Open question

Totaal maximaal 20 punten

20 punten  = 10
Bereken jouw score (totaal x 5) 
(11x5=55, dus een 5,5)

Slide 36 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 37 - Mind map