Les 3: Hofcultuur - voorlopers: christendom / cultuur van de kerk

Voorlopers van hofcultuur
Klassieken
Middeleeuwen / cultuur van de kerk
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Voorlopers van hofcultuur
Klassieken
Middeleeuwen / cultuur van de kerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken

-vragenblok 1.5 (Rafaël)


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Middeleeuwen
  • Romeinse rijk wordt aangevallen en valt uiteen in west en oost. Het west-Romeinse rijk valt steeds meer uit elkaar: chaos in West-Europa
  • Christelijke keizers aan de macht, later meer macht bij adel
  • Aan het einde van 4e eeuw wordt het christendom staatsgodsdienst
  • De kerk wordt oppermachtig
  • Er ontstaat een feodaal stelsel (leenheren, horigen)
  • het leven van de gewone mens staan in dienst van God

Slide 7 - Slide

Standenmaatschappij

  • Geestelijken (monniken, nonnen, bisschop) konden lezen en schrijven
  • Adel (ridders, koningen, hertogen, graven) lenen land van de keizer en mogen over dat land ook rechtspreken
  • Boeren doen het werk en leveren soldaten (horigen).

Boeren zoeken bescherming bij lage adel, krijgen die in ommuurde vestingen. 

Slide 8 - Slide

De kerk
  • De kerk is rijk en zeer machtig (Heilige Roomse rijk)
  • Houdt haar volgers klein: 'memento mori' (gedenk te sterven)
  • Kerk begint een handeltje in zonden afkopen: 'aflaten'

  • Twee stromingen (ook in architectuur van de kerken): een weelderige en een sobere orde:


Slide 9 - Slide

Deze sobere orde vindt de spitsboog uit

Slide 10 - Slide

Waarom is de (spits)boog een belangrijke uitvinding voor de architectuur?

Slide 11 - Open question

Opkomst van de steden
  • Betere landbouwtechnieken (meer oogst) = meer tijd voor handel 
  • Door handel gaan mensen zich verplaatsen: steden ontstaan

Slide 12 - Slide

Verstedelijking zorgt voor rijke kerkelijke cultuur

Opkomst van de Gotiek:
  • hoge kathedralen
  •  spitsbogen
  • kruisribgewelven
  • gebrandschilderd glas
  • rijk geornamenteerd (versierd)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Religieuze muziek (kloosters en kerken)
Gregoriaans

  • Eenstemmig, mannen
  • geen duidelijke maat / telling
  • Latijn
  • Eerste versie van het notenschrift (door Guido van Arezzo)

Slide 16 - Slide

Is de muziek op die volgende slide Gregoriaans, ja of nee? Verklaar met 3 argumenten.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

De liturgie
In Latijn = moeilijk te volgen voor het gewone volk. 'Leuker' / beter te volgen door:

-liturgisch drama (ontwikkelt later door in theater)
-ontstaan meerstemmige muziek (gevaarlijk i.v.m. verleiding!)
-ontstaan polyfonie: vorm van meerstemmigheid waarbij alle stemmen gelijkwaardig zijn:

Slide 19 - Slide

1. Zoek een definitie op van polyfonie en noteer hieronder 3 kenmerken.

2. Wat betekent het woord 'liturgie'?

Slide 20 - Open question

Wereldlijke muziek
  • kunstliederen van troubadours (eerste singer-songwriters)                                            
  • troubadours (zelf van adel) reizen, later ook verbonden aan hof
  • onderwerp troubadours: Hoofse liefde
  • dansmuziek door speellieden
  • ontstaan van het refrein (herkenbaarheid)


Slide 21 - Slide

Theater en (volks)vermaak in de stad 
  •  steden worden groter, vermaak wordt belangrijker
  •  reizende kermissen, straatartiesten
  • volksfeesten (met stad-eigen tradities)
  • liturgisch drama (theater kwam na eeuwen 
       weer tot leven!) verplaatst naar buiten
  • Mysterie-  en mirakelspelen (volkstoneel, 
       godsdienstig). Vgl. The Passion

Slide 22 - Slide

Beeldende kunst
  • schilderijen zijn 'boeken der leken' (conflict!)
  • in dienst van het geloof
  • bewaard gebleven: beschilderde panelen, beelden, glas-in-lood, mozaïeken 
  • nog geen echt perspectief
  • realisme was onbelangrijk
  • opdrachtgever: de kerk

Slide 23 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:

- aandachtig lezen en samenvatten blz. 17 t/m 23 

- filmpjes op de volgende 2 dia's bekijken (crash course over het christelijke geloof) 

Slide 24 - Slide

Start renaissance

Wie was de familie De Medici?

Slide 25 - Slide

In de 15e en 16e eeuw komt de hofkunstenaar op. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en dansmeesters treden op verzoek in dienst van een hof. Ze werken onder een mecenaat en zijn daarmee verzekerd van een inkomen. Wat zouden verder nog voor een kunstenaar de voordelen zijn onder het mecenaat van een hof te werken? Geef twee argumenten.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Wat waren de belangrijkste begrippen/namen in deze les?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Verdiepingsstof

filmpje over de (positie van de) hofkunstenaar

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Waardoor kreeg de familie de Medici een invloedrijke positie?

Slide 33 - Open question

Wat zette de Medici familie in om hun macht te tonen en te versterken?

Slide 34 - Open question

Zoek een kunstwerk die één van deze kunstenaars heeft gemaakt.

Slide 35 - Open question