1.7 grammatica 1e les 20-9

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

1.7 grammatica

3 kader

Vorige les

- Vaste voorzetsels

- Woorden

Wat betekent 'de ambitie'?

1. de bedrijfstak, de sector
2. het verloop, de voortgang
3. de wil om iets te bereiken
4. erg hard werken

Wat betekent 'de carrière'?

1. de bedrijfstak, de sector
2. de loopbaan
3. het verloop, de voortgang
4. de instructie voor wat je moet doen, het voorschrift

Leerdoel

Aan het eind van de les

- kun je de zinsdelen benoemen

Start (klassikaal)

Ontleed de volgende zin

Herhaling zinsdelen

PV

Zinsdelen

WG

O

LV

MV

BWB

Persoonsvorm

- Maak de zin vragend         persoonsvorm staat vooraan.​
OF

-Verander de zin van tijd tt            vt​

OF

-Verander het aantal

 

- Zet pv onder de PV 

Zinsdelen

Bekijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten

Werkwoordelijk gezegde (WG)

PV + alle andere werkwoorden in de zin​

Onderwerp (O)

Wie/wat + WG

Lijdend voorwerp (LV)

Wie/wat + WG + O

Meewerkend voorwerp (MV)

Aan wie/voor wie + WG + 0 +LV

Bijwoordelijke bepaling (BWB)

‘Alles wat overblijft’

1. Vanmorgen hing Karin de reclamebordjes op.

2. Sommige klanten gaven haar vreemde blikken.

3. Waarom barstte die meneer in lachen uit?

4. Snap jij het nog?

Zij hadden hun medespelers al eerder gezien.

Optreden was voor deze jongens niet nieuw.

Na afloop kregen ze complimenten van het publiek