Past simple mavo jaar 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Good morning zkm1a!

Today's class:

Aan het einde van deze les weten jullie wat de past simple is en kunnen jullie dit ook toepassen.

Vormen van het werkwoord "to be" (=zijn)
I AM, you....

Past simple

 Wanneer gebruik je de past simple ?

 Als iets in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

Hoe maak je de past simple ?

Werkwoord + ed

Let op!!!

Werkwoorden die eindigen op een -e die krijgen alleen +d

E.g. (=bijvoorbeeld)

• live > lived
• hope > hoped

Past simple bij "to be" 

De verleden tijd van (to) be=
was of were

I                        WAS

You                  WERE

He/she/it      WAS
We                    WERE

You                  WERE
They                WERE

Zet het werkwoord in de past simple:
She (walk) ... to school.

Zet het werkwoord in de past simple:
She (like) ... carrots.

Zet het werkwoord in de past simple:
Yes, he ... (be) at school yesterday.

Zet het werkwoord in de past simple:
My parents ... (be) not at home.

Do exercises 5, 6, 7A, 8 (lesson 1, unit 6)

Present simple

Past simple

Tegenwoordige tijd 

Verleden tijd

Walks 

Cried

Shit- rule

Eindigt op -ed

Answered

Arrested

Brushed

Carried

Climed

Closed

Combed

Cooked

Counted

Cried

Danced

Dropped

Finished

Helped

Frightened

Huiswerk = hoofdstuk 4 opdracht 1 t/m 6