H2.7 woordsoorten 1

Woordsoorten
Doel
Je kunt lidwoorden, 
zelfstandige naamwoorden en 
bijvoeglijke naamwoorden 
herkennen in een zin.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Woordsoorten
Doel
Je kunt lidwoorden, 
zelfstandige naamwoorden en 
bijvoeglijke naamwoorden 
herkennen in een zin.

Slide 1 - Slide

Startopdracht
Vul een passend woord in:

Het ............... feest
De ...................... leerlingen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lidwoord
Een lidwoord (lw) staat nooit alleen. Het lidwoord staat altijd voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

De lidwoorden de en het zijn bepaalde lidwoorden.
Je gebruikt ze als het duidelijk is wat of wie je bedoelt: de jongen, het plan, de fiets.
Het lidwoord een is een onbepaald lidwoord.
Je gebruikt het als niet duidelijk is wat of wie je precies bedoelt: een jongen, een plan, een fiets.

Slide 4 - Slide



Is het onderstreepte woord een lidwoord?
Ik bedenk het me net pas!
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz



Is het onderstreepte woord een lidwoord?
Een postbode heeft de brief bezorgd.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor:
• mensen, dieren, planten en dingen
Maar ook voor:
• namen (Eindhoven, Sarah) en begrippen (liefde, respect)
Zelfstandige naamwoorden kun je vaak (maar niet altijd!):
• in het meervoud zetten: schilderij – schilderijen
• verkleinen: schilderij – schilderijtje
Vóór een zelfstandig naamwoord kun je meestal een lidwoord zetten:
schilderij – het schilderij



Slide 8 - Slide



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

Een postbode heeft de brief bezorgd.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

Ik heb de informatie over het feest niet ontvangen.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

De mannen werken hard aan de verbouwing bij ons thuis.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

De mannen werken hard aan de verbouwing bij ons thuis.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

De werken van Van Gogh zijn werkelijk prachtig.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz



Is het onderstreepte woord een zelfstandig naamwoord?

Ik vind de werken van Rembrandt minder mooi.
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Ik kan lidwoorden herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik kan zelfstandige naamwoorden herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Video

Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord:

- de mooie tafel
- het talentvolle meisje
- het katoenen t-shirt
- de gouden ring
- de dure telefoon

Slide 18 - Slide



Is het onderstreepte woord een bijvoeglijk naamwoord?
De werken van Van Gogh zijn werkelijk prachtig.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz



Is het onderstreepte woord een bijvoeglijk naamwoord?
De werken van Van Gogh zijn gisteren gestolen.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz



Zijn alle onderstreepte woorden bijvoeglijke naamwoorden?
De mooie werken van kunstenaar Van Gogh zijn gisteren gestolen.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz



Zijn alle onderstreepte woorden bijvoeglijke naamwoorden?
De nieuwe bank van mijn ouders is blauw.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Maak opdracht 2, 3 en 4
op bladzijde 127 en 128
timer
5:00

Slide 23 - Slide

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Video

Noem 3 stoffelijke
bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 26 - Mind map