11. 20 feb: plot, tijd en ruimte (hst D, 8) - deel 2

2. plaats en tijd

Voeg 'plaats' en 'tijd' toe aan je woordweb en bedenk nieuwe woorden die bij jouw plaats en tijd passen.
timer
4:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

2. plaats en tijd

Voeg 'plaats' en 'tijd' toe aan je woordweb en bedenk nieuwe woorden die bij jouw plaats en tijd passen.
timer
4:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3. Plot
  1. Bekijk alle woorden die op je blaadje staan en groepeer woorden die bij elkaar passen. 
  2. Omcirkel de woorden die je wilt gebruiken voor jouw verhaal. 
  3. Schrijf 5 zinnen op waar jouw verhaal over zou kunnen gaan. 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Tot hier met GH3A

Vertel je plot aan twee klasgenoten.
timer
5:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vandaag donderdag 20 februari: 
  • Numo: al gedaan
  • Huiswerk bespreken
  • Plot, tijd en ruimte
  • Aan de slag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
AC, D, F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen.
Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Planning periode 2 - havo

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken - opdracht 8 pg 33
8. Wat is een contaminatie? 
  • Een contaminatie is wanneer mensen twee woorden of uitdrukkingen door elkaar heen gebruiken.
  • 9 a overnieuw: over en opnieuw
  • b irriteert zich aan: irriteert zich en ergert zich aan
  • c weegt zwaar: weegt veel en is zwaar

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk woordweb

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. Plot
doel = je schrijft zelf een plot

timer
5:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hst 2: plot, tijd en ruimte
andere keer:
  • chronologie
  • terugblik
  • vooruitblik
  • versnellen
  • vertragen
  • tijdsprong
Maak aantekeningen!
Andere keer: 
  • perspectief
  • thema
  • motief
  • hamvraag
Vorige les en nu:
fictie
non-fictie
plot
einde
tijd
ruimte: 
1. versterkend
2. contrasterend
weer

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Ruimte / setting
  1. versterkend 
  2. contrasterend

Weer / weersomstandigheden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Wat is de logische locatie van: 
1 Kinderen die een toets maken? 
  • Op school 
2 Mensen die aan het sporten zijn? 
  • Sportschool, sportveld, buiten hardlopen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 
Wat is de logische locatie van de volgende gebeurtenissen? 
  1. romantisch diner
  2. begrafenis
  3. verjaardagsfeestje
timer
4:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Opdracht - bespreken
Wat is de logische locatie van de volgende gebeurtenissen? 
romantisch diner
  • restaurant
begrafenis
  • begraafplaats
verjaardagsfeestje
  • thuis, feestlocatie 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Opdracht - bespreken

  • Een restaurant kan ervoor zorgen dat de gebeurtenis 'romantisch diner' extra sterk wordt. 
=> 
  • De specifieke locatie zorgt ervoor dat de gebeurtenis versterkt. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Maar, een specifieke ruimte kan er ook voor zorgen dat een gebeurtenis contrasteert.

Bijvoorbeeld: 
  • Een romantisch diner op een begraafplaats
  • Een winkel die skispullen verkoopt in het oerwoud. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Een specifieke ruimte kan ervoor zorgen dat een gebeurtenis versterkt of contrasteert. 
  • Kies een van de afbeeldingen en beschrijf een gebeurtenis die contrasteert met de locatie. 
  • Schrijf 4 zinnen. 
  • Hierna bespreken
timer
7:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Let ook op de weersomstandigheden... 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Let ook op de weersomstandigheden... 

Slide 19 - Slide

Tot hier met B, maar de opdrachten van weer en locatie niet gedaan. 
Communiceren doe je samen 2
Het weer slaat om! > was het mooi weer? Dan nu niet meer. Was het lelijk weer? Dan wordt het mooi óf nog slechter. 
  • Gebruik de afbeelding die je net ook koos. 
  • Beschrijf wat het weer voor effect heeft.  
  • Schrijf 4 zinnen. 
  • Hierna bespreken.
timer
7:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Werkwoorden

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Werkwoorden: 
  • Tegenwoordige tijd
  • Verleden tijd
  • Voltooide tijd
  • Onvoltooide tijd

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Tegenwoordige tijd: 
  • Stam 
of 
  • Stam + t

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Verleden tijd: 
  • Sterke werkwoorden
>> stam verandert
  • Zwakke werkwoorden
>> soft ketchup

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm verleden tijd
soft ketchup

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Aan de slag: 
pg 131 opdracht 4 a-f

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Voltooide tijd

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
ruimte:
1. versterkend
2. contrasterend
weer

Slide 28 - Slide

This item has no instructions