H2 - I Writing & Grammar

I Writing & Grammar
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

I Writing & Grammar

Slide 1 - Slide

Afspraken
Je zit op een vaste plek.
Als de juf praat ben je stil.
Je kijkt/zit recht en kijkt naar het bord/de juf.
Je steekt je vinger op als je een vraag hebt/iets wilt zeggen.
Huiswerk en materialen zijn in orde.
Als je zelfstandig aan het werk ben, ben je stil aan het werk.
2e waarschuwingen, 3e waarschuwing, lokaal verlaten en nablijven.

Slide 2 - Slide

Nakijken huiswerk
Wat: 
blz. 
 opdrachten 

Slide 3 - Slide

At the end of the lesson 
I can use can, could and should.

Slide 4 - Slide

Modals (hulpwerkwoorden)
Modal verbs veranderen niet van vorm.
Na een modal verb, komt het hele werkwoord.
Welke hulpwerkwoorden heb je in het Engels:
  1. Can
  2. Could
  3. Should = advies geven / niet verplicht

Slide 5 - Slide

can = kunnen
Het modale hulpwerkwoord can kan gebruikt worden om mogelijkheid, bekwaamheid, en toestemming aan te duiden.

[Bekwaamheid] I can finish this task by tomorrow.
[Toestemming] Can I take a break?
[Mogelijkheid] If you cannot finish this today, you can continue tomorrow. 


Slide 6 - Slide

Could = zou kunnen
Het modale hulpwerkwoord could geeft ook mogelijkheid of toestemming aan, maar is in in vergelijking tot can een stuk beleefder; iets wat personen/dieren in het verleden konden.

[Toestemming] Could I take a break?
[Konden] She could run very fast when she was young.

Slide 7 - Slide

Should = zou kunnen
Met het modale hulpwerkwoord should kan je advies aangeven, of een bepaalde verplichting stellen.

[Advies] You should talk to your colleague about this.

Slide 8 - Slide

Stepping Stones

Wat: blz. 112 113 opdrachten 57, 58
Hoe: klassikaal
timer
20:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Past simple
Past continuous
Past simple
Past continuous

Slide 11 - Drag question

Past continuous or past simple:
We (play) tennis when John (hurt) his ankle.
A
were playing / was hurting
B
were playing / hurt
C
played / hurt
D
played / was hurting

Slide 12 - Quiz

PAST SIMPLE VS PAST CONTINUOUS

In 2020, I _________ (break) my leg while I ________(play) football.

Slide 13 - Open question

Which one is the past simple and which one is the past continuous?
past simple
past continuous

Slide 14 - Drag question

Recap

Slide 15 - Slide

Recap
When do you use:
can
could 
should

Slide 16 - Slide

Well done!! See you next time.

Slide 17 - Slide