H5 par 1

H5-Klimaat en natuurlandschap in Europa
Leerdoelen paragraaf 1:
- Wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.
- In welke luchtstreken Europa ligt.
- Wat de invloed van de Golfstroom is op de temperaturen in Europa
- Wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperaturen in Europa
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5-Klimaat en natuurlandschap in Europa
Leerdoelen paragraaf 1:
- Wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.
- In welke luchtstreken Europa ligt.
- Wat de invloed van de Golfstroom is op de temperaturen in Europa
- Wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperaturen in Europa

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhalingsspelletje klimaten
Uitleg temperatuurfactoren 
Quiz in lessonup
Afronden 

Slide 2 - Slide

Sleep de juiste klimaten naar de kenmerken
De hoeveelheid neerslag is hier de bepalende factor 
Meestal neerslag in de vorm van sneeuw
Nooit kouder dan 18 graden Celsius 
Tussen koud en warm in
Poolklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Gematigd klimaat

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De temperatuurverschillen in Europa worden onder meer veroorzaakt door de breedteligging.
A
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het warm.
B
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het koud.
C
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het koud.
D
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het warm.

Slide 12 - Quiz

Het grootste deel van Europa ligt in de...
A
Tropen
B
Subtropen
C
Poolstreken
D
Gematigde zone

Slide 13 - Quiz

In het noorden van Europa zijn temperaturen het hele jaar door warm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

De breedteligging veroorzaakt temperatuurverschillen. Er is nog een oorzaak van temperatuurverschillen in Europa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Langs de Noordzee en de Atlantische Oceaan is het ........ in de winter dan in het binnenland van Europa
A
Warmer
B
Kouder

Slide 16 - Quiz

Voor welk seizoen is deze uitspraak waar?

Nina zegt: ‘Door de warme zeestroom is de temperatuur in West- en Noord-Europa gemiddeld lager dan in het binnenland’.
A
De winter
B
De zomer
C
De winter en de zomer
D
Elk seizoen: de zomer, winter, lente en herfst

Slide 17 - Quiz

Op de foto zie je het Noorderlicht. Dat verschijnsel is op heldere dagen te zien tijdens de poolnacht.

Kies het juiste antwoord.
A
Midzomernacht is een periode in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.
B
De poolnacht is een periode in de winter waarin in de poolstreken de zon niet opkomt.
C
De poolnacht is één nacht in de winter waarin in de poolstreken de zon niet ondergaat.
D
Midzomernacht is één nacht in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.

Slide 18 - Quiz

Afronden
Maak voor de volgende theorie les paragraaf 1 helemaal in je werkboek. Controleer je antwoorden op Magister.

Slide 19 - Slide