H5 paragraaf 1

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Wist je dat je elke dag tussen 14:00 en 15:00 via teams vragen kunt stellen aan al
                    je docenten? :-) 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Wist je dat je elke dag tussen 14:00 en 15:00 via teams vragen kunt stellen aan al
                    je docenten? :-) 

Slide 1 - Slide

H5-Klimaat en natuurlandschap in Europa
Leerdoelen paragraaf 1:
- Wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.
- In welke luchtstreken Europa ligt.
- Wat de invloed van de Golfstroom is op de temperaturen in Europa
- Wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperaturen in Europa

Slide 2 - Slide

Vandaag
Uitleg temperatuurfactoren
Herhaling  
Quiz in lessonup
Afronden 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Pak je spullen 
Maak in werkboek B / werkblad opdrachten van paragraaf 1 af 
15min. de tijd
je mag overleggen
We gaan dit nabespreken
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Herhaling 
Er volgt nu een korte herhaling van H2 over klimaat. Je kunt hier aan deelnemen (zeker als je een onvoldoende hebt gehaald), maar het is niet verplicht.
Geen herhaling meer nodig? Ga dan in werkboek B aan de slag met je opdrachten van 5.1  op blz. 5 tm 7. Maken opdracht 1 tm 8 + 10

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Sleep de juiste klimaten naar de kenmerken
De hoeveelheid neerslag is hier de bepalende factor 
Meestal neerslag in de vorm van sneeuw
Nooit kouder dan 18 graden Celsius 
Tussen koud en warm in
Poolklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Gematigd klimaat

Slide 13 - Drag question

In het vorige hoofdstuk heb je ongemerkt al drie manieren geleerd waardoor er verschillende klimaten ontstaan. 

In de volgende sleepvraag krijgen jullie de opdracht om de juiste combinaties te maken tussen drie bekende klimaten en drie bekende ontstaanswijzen. Succes! 
Oefening

Slide 14 - Slide

Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag. 
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt. 
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag. 
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat

Slide 15 - Drag question

De temperatuurverschillen in Europa worden onder meer veroorzaakt door de breedteligging.
A
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het warm.
B
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het koud.
C
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het koud.
D
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het warm.

Slide 16 - Quiz

Het grootste deel van Europa ligt in de...
A
Tropen
B
Subtropen
C
Poolstreken
D
Gematigde zone

Slide 17 - Quiz

In het noorden van Europa zijn temperaturen het hele jaar door warm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

De breedteligging veroorzaakt temperatuurverschillen. Er is nog een oorzaak van temperatuurverschillen in Europa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Langs de Noordzee en de Atlantische Oceaan is het ........ in de winter dan in het binnenland van Europa
A
Warmer
B
Kouder

Slide 20 - Quiz

Voor welk seizoen is deze uitspraak waar?

Nina zegt: ‘Door de warme zeestroom is de temperatuur in West- en Noord-Europa gemiddeld lager dan in het binnenland’.
A
De winter
B
De zomer
C
De winter en de zomer
D
Elk seizoen: de zomer, winter, lente en herfst

Slide 21 - Quiz

Op de foto zie je het Noorderlicht. Dat verschijnsel is op heldere dagen te zien tijdens de poolnacht.

Kies het juiste antwoord.
A
Midzomernacht is een periode in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.
B
De poolnacht is een periode in de winter waarin in de poolstreken de zon niet opkomt.
C
De poolnacht is één nacht in de winter waarin in de poolstreken de zon niet ondergaat.
D
Midzomernacht is één nacht in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.

Slide 22 - Quiz

Afronden

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Wat heb je vandaag geleerd over jezelf als je nadenkt aan:
- De manier waarop je de toets hebt gemaakt
- De informatie uit deze les

Slide 25 - Open question

Afronden
Volgende les:
Lezen blz.  72 + 73
Maken blz. 5 tm 7 opdracht 1 tm 8 +10 
Wist je dat je elke dag tussen 14:00 en 15:00 via teams vragen kunt stellen aan al
                    je docenten? :-) 
Extra uitleg nodig?
Kijk hier

Slide 26 - Slide