woorden herkennen uit de omgeving

woorden herkennen uit de omgeving
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

woorden herkennen uit de omgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ontdek de voorwerpen om je heen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je voorwerpen uit je omgeving benoemen.

Slide 3 - Slide

Introduceer het leerdoel en maak het duidelijk wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over voorwerpen in je omgeving?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een voorwerp?
Een voorwerp is iets dat we kunnen zien, vasthouden of gebruiken. Bijvoorbeeld een pen, een boek of een stoel.

Slide 5 - Slide

Definieer wat een voorwerp is en geef enkele voorbeelden.
Voorwerpen in de klas
Welke voorwerpen zie je in de klas? Denk aan tafels, stoelen, pennen, papier, enzovoort.

Slide 6 - Slide

Laat de studenten rondkijken in de klas en noem enkele voorwerpen die ze kunnen zien. Stel vragen om hun aandacht te vestigen op de voorwerpen om hen heen.
Voorwerpen buiten
Welke voorwerpen kun je buiten zien? Denk aan bomen, auto's, fietsen, speelgoed, enzovoort.

Slide 7 - Slide

Laat de studenten nadenken over de voorwerpen die ze buiten kunnen zien en noem enkele voorbeelden om hen op weg te helpen.
Benamingen
Wat zijn de namen van de voorwerpen die je hebt gezien? Kun je ze benoemen?

Slide 8 - Slide

Laat de studenten nadenken over de namen van de voorwerpen die ze hebben gezien en moedig ze aan om ze hardop te zeggen.
Oefening: Benoem de voorwerpen
Bekijk de afbeelding en benoem de voorwerpen die je ziet.

Slide 9 - Slide

Laat de studenten een afbeelding zien en vraag hen om de voorwerpen te benoemen die ze zien. Geef feedback en corrigeer waar nodig.
Oefening: Zoek het voorwerp
Geef de studenten een lijst met voorwerpen en laat ze het voorwerp vinden in de klas of thuis.

Slide 10 - Slide

Geef de studenten een lijst met voorwerpen en laat ze het voorwerp vinden in de klas of thuis. Geef feedback en corrigeer waar nodig.
Oefening: Maak een lijst
Laat de studenten een lijst maken van voorwerpen die ze zien in de klas, thuis of buiten.

Slide 11 - Slide

Laat de studenten een lijst maken van voorwerpen die ze zien in de klas, thuis of buiten. Laat ze hun lijst delen met een klasgenoot en feedback geven.
Samenvatting
We hebben geleerd wat voorwerpen zijn en hoe we ze kunnen benoemen. Nu kun je voorwerpen in je omgeving herkennen en benoemen!

Slide 12 - Slide

Herhaal het leerdoel en vat de belangrijkste punten van de les samen. Geef de studenten de kans om vragen te stellen of feedback te geven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.