1E wo 17 nov 2.5 deel 1

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • 10 minuten lezen
  • Nabespreken enkele opdrachten van paragraaf 2.4
  • Starten met 2.5 
  • Woordenspel
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Leerdoelen bereikt?





Tussenvoegsels?
Sterretjes?

Slide 7 - Slide

Volgende paragraaf

Slide 8 - Slide

Oefening, pak je schrift
Ik geef zo een paar woorden, die schrijf je in je schrift.
Bedenk vervolgens voor die woorden een andere betekenis. 

Bijvoorbeeld: 
verdrietig -> ander woord = treurig
boos -> ander woord = kwaad
straat -> ander woord = weg

Slide 9 - Slide

Bedenk een ander woord voor:
opleiding
favoriet
concentratie
kritisch


timer
5:00

Slide 10 - Slide

Wat heb je net gedaan?
Je hebt synoniemen gezocht. 
Als twee woorden verschillend zijn, maar wel dezelfde betekenis hebben, noem je het synoniemen. 

Dus 'straat' is een synoniem van 'weg'
En 'weg' is een synoniem van 'straat'

Slide 11 - Slide

Ga naar https://synoniemen.net/
Zoek de woorden op die ik als opdracht heb gegeven. Kijk welke synoniemen er opkomen en schrijf er nog 2 extra op. 

opleiding
favoriet
concentratie
kritisch

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 10 tijdens de les. 
Opdracht 7 hoef je niet te doen. 

Huiswerk voor maandag: opdracht 11 t/m 18. 

Slide 13 - Slide

Associeren
Ik noem een woord, jij (ik geef je een beurt) noemt een woord waar mijn woord je aan doet denken. 

Slide 14 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide