Variatie in woordgebruik

Les door: Ruben S. en Sam v.
formuleren hoofdstuk 1: variatie in woordgebruik
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les door: Ruben S. en Sam v.
formuleren hoofdstuk 1: variatie in woordgebruik

Slide 1 - Slide

Zo varieer je in taalgebruik
*Gebruik Synoniemen.
*Gebruik verwijswoorden.
*Laat het woord zo mogelijk weg.

Slide 2 - Slide

Gebruik synoniemen
Voorbeelden:
*Corrigeren, herstellen, in orde maken, verbeteren
*Anders, verschillend, tegendraads, zo niet
*Vriend, makker, maatje, gabber


(tip: ga naar synoniemen.net als je geen synoniemen weet)

Slide 3 - Slide

Gebruik verwijswoorden
Voorbeelden:
Die, dat, dan, er, daarom , daar, Hij, zij, we

Slide 4 - Slide

Laat het woord zo mogelijk weg

Slide 5 - Slide

welke 3 manieren zijn er om te variëren in voordgebruik?

Slide 6 - Open question

Corrigeren
Anders
vriend
herstellen
in orde maken
verbeteren
verschillend
tegendraads
zo niet
makker
maatje
gabber

Slide 7 - Drag question

Welk verwijswoord kan je gebruiken voor de naam Tom?
A
zij
B
jij
C
wij
D
hij

Slide 8 - Quiz

bedenk een synoniem voor het woord: computer

Slide 9 - Open question

Hoe vond je onze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll