What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§1.2 Klimaten
§1.2 Klimaten
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§1.2 Klimaten
Slide 1 - Slide
Planning
- Herhaling §1.1
- Leerdoelen
- Welke klimaten ken je al?
- Uitleg
- Huiswerk
Slide 2 - Slide
Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel!
Juist
Onjuist
Lucht waait van een hogedruk gebied naar een laag drukgebied
Slide 3 - Drag question
Slepen maar!
Hogedruk gebied
Lage drukgebied
Droog weer
Bewolkt
Lucht stijgt op
Lucht daalt
Onder de 1000 Hpa
Bovenr de 1000 Hpa
Slide 4 - Drag question
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:
frontale regen
loefzijde
vaak in Nederland
stijgingsregen
lijzijde
bergen spelen een rol
stuwingsregen
vaak op de evenaar
Slide 5 - Drag question
Leerdoelen
Je weet welke klimaten er zijn en wat de klimaatfactoren zijn.
Je begrijpt op welke manier de klimaatfactoren het klimaat kunnen beïnvloeden.
Je kunt de ligging van de verschillende klimaten verklaren aan de hand van de klimaatfactoren.
Slide 6 - Slide
Klimaat
"Het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar."
Slide 7 - Slide
Klimaten op lage breedte
De
breedteligging
is de afstand van een plaats tot aan de evenaar.
Klimaten op lage breedte wil zeggen: dichtbij de evenaar. Hier heb je geen seizoenen.
Dit zijn klimaten, zoals:
tropisch regenwoud
(0º),
savanne
,
steppe
en
woestijn
(23,5º N.B. en Z.B.).
Lage breedte
Slide 8 - Slide
Tropisch klimaat
"Een klimaat met een maandtemperatuur boven de 18 ºC en met het hele jaar door veel regen (2000-4000 mm per jaar)."
Slide 9 - Slide
Savanneklimaat
"klimaat met een hoge (of ten minste vrij hoge) temperatuur van minstens 18°C. De neerslag bedraagt 500 tot 1500 mm per jaar"
Slide 10 - Slide
Steppeklimaat
"Klimaat met weinig neerslag (200-500 mm per jaar) en een begroeiing van gras."
Slide 11 - Slide
Woestijnklimaat
"Klimaat met meestal hoge temperaturen en vrijwel geen neerslag (< 200 mm per jaar)."
Slide 12 - Slide
Klimaten op gematigde breedte
Op gematigde breedte heb je seizoenen.
Hier liggen klimaten, zoals:
landklimaat
,
zeeklimaat
en
Middellandse Zeeklimaat
.
Gematigde breedte
Slide 13 - Slide
Middellandse Zeeklimaat
"Gematigd klimaat met een droge zomer en een zachte winter met neerslag."
Bijv. Zuid-Europa
Slide 14 - Slide
Gematigd zeeklimaat
"Klimaat waarin het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur klein is (door de aanwezigheid van zee) en de neerslag het hele jaar door valt."
Bijv. NL / West-Europa
Slide 15 - Slide
Landklimaat
"Klimaat met een groot verschil tussen zomer- en wintertemperatuur."
Bijv. Rusland
Slide 16 - Slide
Klimaten op hoge breedte
Hoe dichter je bij de pool komt, hoe kouder het wordt. In deze klimaten zie je nauwelijks plantengroei meer.
Hier liggen klimaten, zoals:
toendraklimaat
,
poolklimaat,
hooggebergteklimaat
.
Hoge breedte
Slide 17 - Slide
Toendraklimaat
"Klimaat waarbij zelfs in de zomer de temperatuur niet boven de 10 ºC komt."
Slide 18 - Slide
Poolklimaat
"Klimaat waarbij de temperatuur altijd onder de 0 ºC blijft."
Slide 19 - Slide
Hooggebergteklimaat
"De sneeuw- en ijsklimaat hoog in de bergen."
Slide 20 - Slide
Sleep de klimaten naar de juiste locatie. Welk klimaat komt er voor op lage breedte, gematigde breedte en hoge breedte?
Slide 21 - Drag question
Klimaatfactoren
Het verschil in klimaat wordt veroorzaakt door
klimaatfactoren
:
Breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
Hoogteligging
: hoe hoger, hoe kouder.
De invloed van zee: in de zomer zorgt het water voor afkoeling en in de winter voor opwarming.
De windrichting: waait de wind in Nederland uit het noorden, dan wordt het koud, en uit het zuiden warm.
De gesteldheid van het aardoppervlak: water warmt langzaam op en koelt langzaam af, terwijl land snel opwarmt en snel afkoelt.
Slide 22 - Slide
Vul de juiste klimaten op de juiste plek in
Poolklimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Landklimaat
Woestijn- klimaat
Zeeklimaat
Slide 23 - Drag question
Hoogteligging
Hoe hoger je in de bergen komt hoe kouder het wordt.
De zon verwarmt het aardoppervlak en de grond geeft de warmte vervolgens weer af aan de lucht.
Per 1000 meter stijgen daalt de temperatuur 6 graden Celsius.
Slide 24 - Slide
Invloed van de zee
Zee heeft een matigende invloed.
Koelt minder snel af en warmt minder snel op.
In de winter is het dus warmer aan de zee dan in het binnenland.
In de zomer is het juist wat koeler aan de kust dan in het binnenland.
Slide 25 - Slide
Zomer
Winter
Slide 26 - Slide
Gesteldheid van het aardoppervlak
Slide 27 - Slide
Leerdoelen
welke klimaten zijn er en wat zijn de klimaatfactoren zijn.
Je begrijpt op welke manier de klimaatfactoren het klimaat kunnen beïnvloeden.
Je kunt de ligging van de verschillende klimaten verklaren aan de hand van de klimaatfactoren.
Slide 28 - Slide
More lessons like this
§1.2 Klimaten
September 2023
- Lesson with
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
September 2024
- Lesson with
40 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
15 days ago
- Lesson with
40 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
15 days ago
- Lesson with
40 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
October 2023
- Lesson with
33 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
January 2024
- Lesson with
40 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Weer en klimaat 1.2
September 2024
- Lesson with
41 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
De Brug 2: Klimaten
August 2023
- Lesson with
32 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4