3.6 De woonomgeving

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.6 Woonomgeving

Maken opdracht buurtprofiel

Uitleg woonomgeving

Aan de slag met opdrachten

Leerdoelen paragraaf 3.5

1. Je kunt de vier woningkenmerken benoemen en beschrijven.
2. Je kunt de vijf bewonerskenmerken benoemen en beschrijven.
3. Je kunt de samenhang beschrijven tussen woningen, bewoners en omgeving.

Buurtprofiel

Belangrijkste kenmerken van een buurt:

• woningkenmerken
• bewonerskenmerken
• woonomgeving
  

Aan de slag

Maak de hoofdvraag van paragraaf 3.5 op pagina 63 in het werkboek.

Leerdoelen paragraaf 3.6

1. Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.
2. Je kunt de belangen van verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar afwegen.
3. Je kunt uitleggen hoe bepaalde maatregelen positieve gevolgen hebben voor de leefbaarheid van een wijk.
   

Sociale veiligheid

Objectieve veiligheid

Subjectieve veiligheid

Sociale veiligheid in de openbare ruimte

Openbare ruimte kun je beoordelen op vier aspecten van sociale veiligheid, namelijk:

• Toegankelijkheid
• Onderhoud
• Overzichtelijkheid
• Toezicht

 

Sociale veiligheid in de openbare ruimte

Hoe is dat hier?
Sociaal onveilig:

• niet af te sluiten,
• slecht onderhoud,
• onoverzichtelijk en
• er is geen toezicht

Sociale cohesie

Hoe blijkt sociale cohesie?

• Actieve burgers, buurtvoorzieningen

Wat doet dat voor de leefbaarheid?

• Leefbaarheid verbetert, want verhoging subjectieve sociale veiligheid.

Aan de slag

Maak opdracht 3, 4 en 6 van paragraaf 3.6.

Niet af? Dan is dit huiswerk voor woensdag.