3.1 - Leenheren, leenmannen en horigen- II

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

3.1 - Leenmannen, leenheren en horigen 

Herhaling vorige les

Wat was niet een van de problemen waar Frankische koningen in het begin van de Middeleeuwen tegenaan liepen:

1. Het schrift was in onbruik geraakt
2. De wegen waren niet meer goed begaanbaar
3. De goddelijke verering van staatshoofden werd niet meer gedaan
4. Geld was in onbruik geraakt

Ontstaan van het feodale stelsel

- de politieke veranderingen -

Wat houdt het feodale stelsel in?

Vazallen kregen het beheer over een stuk grond in ruil voor:

- hulp bij bestuur

- leveren van troepen

Karel de Grote wist zijn rijk onder controle te houden en uit te breiden door feodale banden aan te gaan

Het succes van het feodale stelsel hing af van de macht van de koning(en)

Wat was een nadeel voor de koning van het feodale stelsel:

1. Vazallen bestuurden in naam van de koning
2. Vazallen leverden troepen
3. Vazallen gaven hun leen door aan hun kinderen
4. Vazallen leefden van de inkomsten van hun leen

Lees blz. 59 t/m 61

Maak vragen 8, 9, 10 en 12 (blz. 61)

Inleveren in teams voor donderdag 8.00 uur

- Antwoorden op de vragen 1 t/m 10 en 12

Zijn er nog vragen over het feodale stelsel?